Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Leerdoelen
-
Je kunt uitleggen wat een afstand is.
-
Je kunt een aantal soorten afstand noemen.
-
Je kunt afstanden omrekenen tussen km, hm, dam, m, dm, cm, mm.
Uitleg
Een afstand is kort gezegd de ruimte tussen twee punten. Stel je woont in Amsterdam en je wilt naar Brussel, dan moet je 173 kilometer afleggen. Er zijn veel bijzondere soorten afstand. Lengte, breedte, hoogte, diepte en dikte zijn allemaal voorbeelden van afstand. Ze hebben een eigen naam gekregen, zo kun je ze uit elkaar houden. Het algemene symbool voor afstand is de kleine letter s. Dit komt van het latijnse woord voor afstand 'spatium'.
Eenheden van afstand
Voor het jaar 1791 gebruikte mensen vooral lichaamsdelen zoals handen, voeten en vingers om afstanden te meten. Zo had je de duim, de palm, de span, de voet, de el en de vadem. In sommige landen worden deze eenheden nog steeds gebruikt, zoals bijvoorbeeld in Engeland en de Verenigde Staten. Dit was erg onnauwkeurig omdat niet iedereen even groot is. Daarom is er in 1791, in Frankrijk een maateenheid bedacht die 'le metre' werd genoemd, de meter. Een meter werd toen vastgesteld als een 10 miljoenste van de afstand tussen de Noordpool en de evenaar. Nu nog ligt er in Parijs een staaf van speciaal metaal opgeslagen die de lengte van de meter heeft. Inmiddels wordt er een andere manier gebruikt om precies te bepalen hoelang een meter is. Een groot deel van de wereld gebruikt deze eenheid om afstanden te meten. Het symbool voor meter is de kleine letter m.
Het metrisch stelsel
Om grotere en kleinere afstanden te meten was de meter niet praktisch. Daarom is er een stelsel van voorvoegsels bedacht, het metrisch stelsel. Zo kun je de meter in tien gelijke stukken verdelen. Eén zo'n stukje noem je dan een deci-meter. Het woordje deci betekent 'een tiende'. Op dezelfde manier kun je de volgende voorvoegsels voor de eenheid zetten:
voorvoegsel
kilo
hecto
deca
deci
centi
milli
betekent
duizend
honderd
tien
een tiende
een honderdste
een duizendste
In getallen
1000
100
10
0,1
0,01
0,001
Het metrisch stelsel en omrekenen
Een afstand van 1 kilometer is eigenlijk 1 duizendmeter = 1000 m. En een afstand van 1 hectometer is eigenlijk dus 1 honderd meter = 100 m. Wanneer je een afstand van 5 kilometer dus omrekend naar hectometers, wordt het getal 5 groter omdat de eenheid kleiner wordt:
5 km = 5 x 1000 m = 5000 m = 50 x 100 m = 50 hm
Om om te rekenen met het metrisch stelsel kun je een trapje gebruiken zoals in de afbeelding hieronder.

Voorbeelden van omrekenen
Hieronder zie je nog een aantal voorbeeld van het omrekenen met het metrisch stelsel.
Begrippen
-
afstand
De ruimte tussen twee punten.
-
breedte
Een soort afstand. De kleinste afstand van een rechthoek wordt de breedte genoemd.
-
diepte
Een soort afstand. Bijvoorbeeld de afstand van een wateroppervlak naar de bodem wordt de diepte genoemd.
-
dikte
Een soort afstand. Bijvoorbeeld bij planken wordt de kleinste afstand niet de hoogte, maar de dikte genoemd.
-
hoogte
Een soort afstand. De afstand van de bodem tot de top van een voorwerp wordt meestal de hoogte genoemd.
-
lengte
Een soort afstand. De langste kant van een rechthoek wordt de lengte genoemd.
-
metrisch stelsel
Een verzameling van voorvoegsels die je voor elke eenheid kan zetten om deze groter of kleiner te maken.
-
voorvoegsel
Het metrisch stelsel bestaat uit voorvoegsels die je voor elke eenheid kan zetten om ze groter of kleiner te maken.
Opdrachten

Opgave 1
Reken de volgende afstanden om.
a) 1 km = _________ m
b) 500 m = _________ km
c) 3 hm = _________ m
d) 1200 m = _________ hm
e) 100 cm = _________ m
f) 3,4 m = _________ cm
g) 5 m = _________ mm
h) 700 mm = _________ m
i) 4 dam = _________ m
j) 4 dam = _________ dm
Opgave 2
Noem twee apparaten waarmee we afstand kunnen meten.
Opgave 3
Noem drie soorten afstand.
Opgave 4
Noem vijf eenheden van afstand. Denk hierbij ook aan oude en Engelse maateenheden.
Opgave 5
Wat is het symbool voor afstand
Opgave 6
Reken de volgende afstanden om.
a) 0,54 km = ______ hm
b) 2,3 hm = ______ dam
c) 56 hm = ______ m
d) 960 dam = ______ m
e) 0,58 cm = ______ mm
f) 0,82 dam = ______ dm
g) 870 dm = ______ m
h) 780 mm = ______ dam
i) 0,75 cm = ______ mm
j) 0,0018 m = ______ mm
Opgave 7
Vroeger waren er nog meer maateenheden voor afstand. Bijvoorbeeld de duim en de voet.
1 duim = 2,54 cm
1 voet = 12 duimen
Reken de volgende afstanden om.
a) 2 duim = _______ cm
b) 10,16 cm = _______ duim
c) 1 voet = _______ cm
d) 60,96 cm = _______ voet
e) 3,2 voet = _______ cm
f) 100 cm = _______ voet
g) 75 cm = _______ duim
h) 300 voet = _______ duim
Opdrachten
Opgave 8
Schrijf uit je hoofd alle voorvoegsels uit het metrisch stelsel nog eens op in volgorde van klein naar groot.
(Let op! Er wordt alleen om de voorvoegsels gevraagd.)
Opgave 9
Noem drie verschillende grootheden van afstand
(Let op! Maak geen gebruik van het metrisch stelsel)
Opgave 10
Reken de volgende afstanden om.
a) 63 dam = __________ hm
b) 0,017 dm = __________ mm
c) 0,0037 dam = __________ cm
d) 33 mm = __________ cm
e) 75 cm = __________ m
f) 0,98 m = __________ mm
g) 0,58 km = __________ hm
h) 0,12 dam = __________ dm
Samenvatting
-
Je kunt uitleggen wat een afstand is.
De ruimte tussen twee punten.
-
Je kunt een aantal soorten afstand noemen.
Lengte, breedte, hoogte, diepte en dikte.
-
Je kunt afstanden omrekenen tussen km, hm, dam, m, dm, cm, mm.
1 - Leer het trapje uit je hoofd. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld het ezels brugje "Kan het dametje met de centimeters meten."
2 - Zoek in de vraag op welk voorvoegsel gegeven is en welke gevraagd is.
3 - Zoek het gevraagde voorvoegsel op in het trapje.
4 - Bepaal hoeveel stapjes je omhoog of omlaag moet om bij het gevraagde voorvoegsel te komen.
5 - Vermenigvuldig of deel het gegeven getal net zo vaak als dat je stapjes neemt.
(let op 3 stapjes omlaag is niet keer 30 maar keer 1000.)
Links & downloads
Omrekenen

(18m56)
Applet Omrekenen
