Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

❷ Snelheid (v)

  • E-mailadres

Voorkennis

Voorkennis

Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.

  • Afstand (s)
  • Tijd (t)

Leerdoelen

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat snelheid is.

  • Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een samengestelde eenheid.

  • Je kunt een snelheid in kilometer per uur omrekenen naar meter per seconde en andersom.

Uitleg

Uitleg

Snelheid is de verhouding tussen de afstand die je aflegt en de tijd die je daarvoor nodig hebt. Hoe groter je snelheid, hoe kleiner de tijd die je nodig hebt voor dezelfde afstand. Denk maar aan een wedstrijd. Hoe meer tijd je hebt, hoe groter de afstand die je af kunt leggen met dezelfde snelheid.

Snelheid Verhoudingstabel

Een fietser die 20 kilometer heeft afgelegd in 1 uur, heeft een gemiddelde snelheid gehad van 20 kilometer per uur (20 km/h). Met diezelfde snelheid zou de fietser ook 40 kilometer kunnen afleggen in 2 uur of 5 kilometer in een kwart uur.

 

Samengestelde eenheden
Snelheid heeft zelf geen eenheid. In plaats daarvan heeft snelheid een samengestelde eenheid. Deze is opgebouwd uit een eenheid van afstand en een eenheid van tijd. Een veelgebruikte eenheid voor snelheid is de kilometer per uur (km/h). Deze eenheid is opgebouwd uit een eenheid voor afstand (kilometer) en een eenheid voor tijd (uur).

Samengestelde Eenheid

 

Omrekenen
Een andere eenheid van snelheid is de meter per seconde (m/s). Deze eenheid is opgebouwd uit een eenheid voor afstand (meter) en een eenheid voor tijd (seconde). In de natuurkunde wordt vooral deze eenheid gebruikt. Een fietser die 18 km/h rijdt legt 18 kilometer af in elk uur. Deze fietser legt dan ook precies 5 meter af in elke seconde.

Snelheid Omrekenen

Instructievideo

Instructievideo

Bij dit artikel is nog geen instructievideo.

Begrippen

Begrippen

  • snelheid
    De snelheid die een voorwerp gemiddeld had. Met de fiets rij je niet altijd op topsnelheid. Je staat ook wel eens stil voor het stoplicht. Als je bijvoorbeeld een half uur 20 km/h rijdt en een half uur 10 km/h, dan is je gemiddelde snelheid 15 km/h geweest.

Opdrachten Niveau 1

Opdrachten Niveau 1

Opgave 1
Zet de volgende voertuigen op volgorde van snel naar langzaam.
scootmobiel, vrachtwagen, straaljager, auto, verkeersvliegtuig, fiets, racewagen, scooter

 

Opgave 2
Kees rijdt met zijn auto over de snelweg. Zijn snelheid verandert niet. Hij heeft na 80 minuten 140 km afgelegd. Hoeveel afstand legde hij af in één uur?

 

Opgave 3
Hieronder staan een aantal begrippen. Er horen steeds twee begrippen bij elkaar. Schrijf op welke tweetallen dit zijn.
50 km/h, fiets, 4 km/h, 120 km/h, vrachtwagen, 100 km/h, 18 km/h, snelweg, bebouwde kom, voetganger.

 

Opgave 4
Piet en Henk hebben bij gym aan hardlopen gedaan. Piet heeft de 100 meter in 15 seconde gedaan. Henk heeft de 200 meter in 32 seconde gedaan. Wie was het snelst?

 

Opgave 5
Hieronder zie je een aantal eenheden. Geef voor elke eenheid aan of het een eenheid is van afstand, tijd of snelheid.
kilometer, mijl per uur, centimeter per maand, mijl, millimeter, kilometer per uur, uur, seconde, minuut, maand, meter per seconde, meter.

 

Opgave 6
Vul in. Als de snelheid groter is kun je _____________ afstand afleggen in dezelfde tijd. Als je minder tijd hebt kun je ____________ afstand afleggen met dezelfde snelheid. Met een kleinere snelheid heb je ____________ tijd nodig voor een grotere afstand.

 

Opgave 7
Vul in. Om dezelfde afstand af te leggen in een kortere tijd moet je _____________ groter zijn. Als je minder afstand hebt afgelegd met dezelfde snelheid was de tijd _____________ .

 

Opgave 8
Leg in je eigen woorden uit wat snelheid is.

 

Opgave 9
Vul in. Voor het omrekenen van een snelheid in m/s naar een snelheid in km/h moet je het getal __________________  met/door  ______________ .

 

Opgave 10
Omrekenen van snelheden m/s naar km/h.
a) 3,6 km/h = ______ m/s
b) 45 km/h = ______ m/s
c) 20 m/s = ______ km/h
d) 33 m/s = ______ km/h
e) 136,8 km/h = ______ m/s
f) 97,2 km/h = ______ m/s
g) 2 m/s = ______ km/h
h) 360 m/s = ______ km/h

 

Opgave 11
Piet zegt dat hij op de fiets een topsnelheid van wel 26 km/h haalt. Henk zegt dat hij sneller is met 8 m/s. Laat met een berekening zien wie er sneller is?

 

Opgave 12
Schrijf de volgende metingen in het natuurkundig en scheikundig formaat. Gebruik hierbij symbolen. Klik hier voor meer uitleg.
a) Het is 4,6 kilometer van mijn huis naar school.
b) De rit van Enschede naar Deventer was 1,1 uur lang.
c) Binnen de bebouwde kom mag je maar 50 kilometer per uur.
d) Met de fiets ga je makkelijk 5 meter per seconde.

 

Opgave 13
Hieronder zie je verhoudingstabel. Neem deze tabel over in je schrift en reken de ontbrekende getallen uit.

afstand km 126 252     168  
tijd h 3   1 0,5   2

Opdrachten Niveau 2

Opdrachten Niveau 2

Opgave 14
Geef in je eigen woorden aan wat een samengestelde eenheid is.

 

Opgave 15
Hieronder staan een aantal eenheden die je tegen bent gekomen in leerjaar 2.
Geef van elke eenheid aan of het een samengestelde eenheid is of niet.
a) hm
b) km/h
c) dB
d) g/cm³
e) N/kg
f) J/s
g) Hz
h) m/s
i) kWh

 

Opgave 16
Reken de volgende snelheden om.
a) 3 m/s = __________ km/h
b) 72 km/h = __________ m/s
c) 12 m/s = __________ km/h
d) 54 km/h = __________ m/s
e) 0,62 m/s = __________ km/h
f) 54,216 km/h = __________ m/s
g) 1 km/h = __________ m/s
h) 1234,8 km/h = __________ m/s

 

Opgave 17
Reken de volgende snelheden om.
a) 16 km/h = __________ m/h
b) 20 m/s = __________ m/min
c) 12 km/h = __________ km/min
d) 77 m/s = __________ hm/s

 

Samenvatting

Samenvatting

  • Je kunt uitleggen wat snelheid is.
    Snelheid is de verhouding tussen de afstand die een voorwerp aflegt en de tijd die het daarvoor nodig heeft.

  • Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een samengestelde eenheid.
    Een samengestelde eenheid is een eenheid die bestaat uit twee (of meer) andere eenheden.

  • Je kunt een snelheid in kilometer per uur om rekenen naar meter per seconde en andersom.
    1 m/s = 3,6 km/h
    Om een snelheid in km/h om te rekenen naar m/s moet je delen door 3,6.
    Andersom moet je vermenigvuldigen met 3,6

Links & downloads

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2023 All rights reserved.
i-NaSk