Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Leerdoelen
-
Je kunt twee namen noemen voor het instrument waarmee we kracht meten.
-
Je kunt de eenheid van kracht noemen en de afkortingen van beiden.
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een index.
-
Je kunt de index van zwaartekracht en veerkracht noemen.
Uitleg
Om een kracht te meten gebruiken we een veerunster. In een veerunster zit een veer die je tegenwerkt als je de twee uiteinden uit elkaar probeert te trekken. Hoe verder je de veer uitrekt hoe groter deze tegenwerkende kracht. Veerunsters zijn er in verschillende soorten. Hoe groter en dikker de veer hoe meer kracht je moet zetten om de veer uit te rekken. Hierdoor zijn er veerunsters met verschillende meetbereiken. Een meetbereik is het bereik van een meetinstrument. Het meetbereik loopt van de laagste waarde dat een instrument kan meten tot en met de hoogste waarde. In de veerunster hieronder is het meetbereik van de veerunster 0 tot 10 N.

Index
Het engelse woord voor kracht is 'Force'. Daarom korten we deze grootheid af met de letter F. Omdat er zoveel verschillende krachten zijn zetten we ook vaak een index onder de letter F. Zo korten we zwaartekracht af met Fz. En er zijn nog veel meer krachten met een index zoals je kunt zien in afbeelding 2.

Eenheid
De eenheid van kracht is de newton (N) vernoemd naar Sir Isaac Newton. Om een idee te krijgen hoe sterk een kracht is kun je onthouden dat een pak melk (1 kg) door de aarde met ongeveer 10 newton naar beneden getrokken wordt. Grote krachten kunnen ook weergegeven worden in kilonewton (kN). Om krachten om te rekenen tussen kilonewton en newton kun je het metrisch stelsel gebruiken.
Instructievideo
Bij dit artikel is nog geen instructievideo.
Opdrachten Niveau 1
Opgave 1
In dit onderdeel ben je een nieuwe grootheid tegengekomen. Maak de onderstaande tabel volledig.
grootheid |
symbool |
eenheid |
symbool |
kracht |
|
|
|
Opgave 2
Hieronder zie je een veerunster. Welke onderdelen zijn aangegeven met de letters?

Opgave 3
Bij grootheden kun je een index zetten. Leg duidelijk uit wat een index is.
Gebruik in je antwoord het begrip: grootheid
Opgave 4
Leg in je eigen woorden uit wat een meetbereik is.
Opgave 5
Wat zijn de symbolen van de volgende krachten? (Gebruik symbolen met index)
a) zwaartekracht
b) veerkracht
c) spierkracht
d) remafstand
e) reactietijd
f) gemiddelde massa
g) kookpunt (kooktemperatuur).
Opgave 6
Hieronder zie je zes veerunsters.
a) Welke veerunster heeft het grootste meetbereik?
b) Geef van elke veerunster aan welke kracht deze aangeeft.
c) Welke veerunsters meten dezelfde kracht?

Opdrachten Niveau 2
Opgave 7
Hiernaast zie je een plaatje met daarin zes meters.
a) Hoe noem je dit soort meters?
b) Geef voor elke meter aan wat deze aangeeft.

Links & downloads
Mass Spring Lab PhET
