Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Leerdoelen
-
Je kunt twee andere namen noemen voor het begrip 'somkracht'
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met het begrip somkracht.
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met 'twee krachten in één lijn'.
-
Je kunt uitleggen waarom twee krachten in dezelfde richting bij elkaar opgeteld mogen worden.
-
Je kunt uitleggen waarom twee krachten in tegengestelde richting van elkaar af getrokken mogen worden.
-
Je kunt uitleggen wat er met een voorwerp gebeurt, als de nettokracht gelijk is aan nul.
-
Je kunt uitleggen hoe de nettokracht de beweging van een stilstaand voorwerp beïnvloedt.
-
Je kunt uitleggen hoe de nettokracht de beweging van een bewegend voorwerp beïnvloedt.
Uitleg
Wanneer er twee of meer krachten op één voorwerp werken noemen we het resultaat van alle krachten samen de nettokracht. De nettokracht wordt ook wel somkracht of resultante genoemd.
Tegengestelde krachten
Als twee krachten op dezelfde lijn staan maar in tegengestelde richting, kun je de nettokracht bepalen door de twee krachten van elkaar af te halen.

De twee mannetjes trekken in tegenovergestelde richting aan het touw. De krachten werken in dezelfde lijn. De nettokracht is het verschil tussen de twee krachten:
130 N - 80 N = 50 N
Het rechter mannetje trekt harder dus de nettokracht werkt naar rechts.
Samenwerken
Wanneer de krachten in dezelfde richting werken en op dezelfde lijn staan mag je ze gewoon optellen.

De twee mannetjes links trekken aan hetzelfde touw. Deze twee krachten staan in dezelfde lijn en werken in dezelfde richting. Je mag ze bij elkaar optellen. De nettokracht van de twee mannetjes is
80 N + 80 N = 160 N
Ze werken het rechter mannetje tegen. Die trekt met een kracht van 130 newton. De nettokracht van de drie mannetjes is hier dus
160 - 130 = 30 N
Nettokracht en de soorten beweging
Een kracht kan een verandering van snelheid veroorzaken. Bij het fietsen zet je die kracht met je spieren. Je zou dit de aandrijfkracht kunnen noemen. De lucht zorgt voor weerstand. Die weerstand remt je af. Zolang je harder trapt dan de lucht je tegenhoudt, ga je steeds sneller. Als je net zo veel spierkracht zet als de luchtwrijving, dan verandert je snelheid niet. De nettokracht is dan gelijk aan nul. Als je minder hard trapt dan de luchtweerstand, dan neemt je snelheid af.

Opdrachten Niveau 1
Opgave 1
Noem twee andere namen voor de nettokracht.
Opgave 2
Leg uit wat het woord netto-kracht betekent?
Gebruik in je antwoord de begrippen: kracht, voorwerp en gevolg(en).
Opgave 3
Je stapt bij je moeder in de auto. De motor in de auto zorgt ervoor dat de auto gaat rijden.
a) In welke richting werkt de kracht die de motor veroorzaakt?
Je moeder moet stoppen voor een stoplicht en trapt op de rem.
b) In welke richting werkt de remkracht?
Je moeder gaat daarna weer rijden. Tijdens het rijden ontstaat er luchtwrijving.
c) In welke richting werkt de kracht van de luchtwrijving?
Op de snelweg rijden jullie met een constante snelheid.
d) Wat kun je zeggen over de motorkracht en de luchtwrijving, als de auto met constante snelheid rijdt?
Opgave 4
Hieronder zie je twee mannetjes die samen een kist vooruit slepen.
a) Hoe groot is de somkracht?
b) In welke richting werkt deze kracht?
c) Waar zit het aangrijpingspunt van deze kracht op de kist?

Opgave 5
Hieronder zie je een vierspan van paarden. Hoeveel kracht moet het vierde paard zetten om een resultante te krijgen van 6400 N?

Opgave 6
Hieronder zie je een kist waarop twee krachten werken.
a) Hoe groot is de somkracht?
b) In welke richting werkt deze kracht?

Opgave 7 (knipblad)
Hieronder staan zes plaatjes met daarin steeds twee krachten getekend.
a) Bepaal in elk plaatje hoe groot de somkracht is.
b) Teken in elk plaatje de somkracht.

Opdrachten Niveau 2
Opgave 8
Hieronder zie je een lamp die aan het plafond hangt.
In het plaatje zijn twee krachten getekend.
De blauwe pijl geeft het gewicht aan van de lamp.
a) Hoe heet de rode kracht?
b) Leg uit waarom deze lamp niet naar beneden valt?

Opgave 9
Het effect van twee of meer krachten kun je de somkracht noemen.
Welke twee andere namen heb je geleerd voor somkracht?
Opgave 10 (knipblad)
Hieronder zie je een auto. Op deze auto werken twee krachten.
a) Hoe groot is de kracht naar voren?
b) Hoe groot is de kracht naar achteren?
c) Hoe groot is de nettokracht op deze auto?
d) In welke richting werkt deze nettokracht?
De auto bewoog naar rechts toen deze krachten begonnen te werken.
e) Leg uit wat er uiteindelijk allemaal met de auto zal gebeuren als de twee krachten blijven werken.

Opgave 11 (knipblad)
Hieronder zie je zes plaatjes.
In elk van deze plaatjes zijn twee krachten getekend.
a) Teken bij elk plaatje de somk racht.
b) Bepaal hoe groot de somkracht in elk plaatje is en schrijf dit met het juiste symbool bij je getekende kracht.

Opgave 12
Lois gaat roeien in haar rubberboot. Er staat een behoorlijke wind.
In eerste instantie roeit ze een stuk tegen de wind in.
Daarna roeit ze een stuk met de wind mee.
De twee situaties zijn hieronder afgebeeld.
a) Bereken de somkracht van situatie 1.
b) Bereken de somkracht van situatie 2.
c) Leg uit wat er in situatie 1 zou gebeuren als Lois, tijdens het roeien, ineens met maar 150 N zou gaan roeien.

Samenvatting
-
Je kunt twee andere namen noemen voor het begrip 'somkracht'
Somkracht wordt ook vaak nettokracht en resultante genoemd.
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met het begrip somkracht.
De somkracht is de kracht die hetzelfde effect heeft als dat van alle andere krachten samen.
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met 'twee krachten in één lijn'.
Bij touwtrekken bijvoorbeeld werken alle krachten op dezelfde lijn, het touw.
-
Je kunt uitleggen waarom twee krachten in dezelfde richting bij elkaar opgeteld mogen worden.
Twee krachten in dezelfde richten helpen elkaar, ondersteunen elkaar. Daarom mag je ze bij elkaar optellen.
-
Je kunt uitleggen waarom twee krachten in tegengestelde richting van elkaar af getrokken mogen worden.
Twee krachten die in tegengestelde richting staan werken elkaar tegen. Daarom mag je ze van elkaar aftrekken.
-
Je kunt uitleggen wat er met een voorwerp gebeurt, als de nettokracht gelijk is aan nul.
Als de nettokracht gelijk is aan nul, verandert de snelheid van dat voorwerp niet.
Als het voorwerp stilstaat, blijft het stilstaan.
Als het voorwerp al een snelheid heeft, dan zal het met die snelheid blijven bewegen.
-
Je kunt uitleggen hoe de nettokracht de beweging van een stilstaand voorwerp beïnvloedt.
Als de nettokracht groter is dan nul, zal het voorwerp beginnen te bewegen in de richting van de nettokracht.
-
Je kunt uitleggen hoe de nettokracht de beweging van een bewegend voorwerp beïnvloedt.
Als de nettokracht groter is dan nul en in de richting van de beweging, dan zal het voorwerp steeds sneller gaan.
Als de nettokracht groter is dan nul en tegen de richting van de beweging in, dan zal het voorwerp steeds langzamer gaan.
Links & downloads
Force and Motion PhET
