Opdrachten Niveau 1
Opgave 1
a) Wat is de eenheid van gewicht?
b) Wat is de standaard eenheid van massa?
Opgave 2
Wat is het symbool van gewicht? (let op gebruik ook de juiste index)
Opgave 3
Piet zegt: "Als ik deze appels op de weegschaal leg, zie ik dat het gewicht ervan 1,5 kilogram is."
a) Wat klopt er natuurkundig niet aan deze zin?
b) Hoe zou je moeten veranderen om deze zin kloppend te maken?
Opgave 4
Leg het verschil uit tussen massa en gewicht.
Opgave 5
Met welke formule kun je het gewicht van een voorwerp berekenen?
Opgave 6
Hieronder zie je een hond die over een wipwap loopt.

a) Hoeveel steunpunten heeft de hond.
Het totale gewicht van deze hond is 270 newton.
b) Als de hond zijn gewicht goed verdeeld over zijn poten, hoe groot is dan het gewicht dat elke poot draagt?
c) Leg uit waarom het slecht is voor een hond om veel op zijn achterpoten te lopen of staan. (Bijvoorbeeld bij kunstjes)
Opgave 7
Lotte loopt na een lange hevige regenbui over een grasveld. Ze merkt dat ze in de aarde wegzakt bij elke stap die ze neemt. Maar als ze stil gaat staan zakt ze niet weg.
a) Hoeveel steunpunten heeft Lotte als ze stilstaat?
b) Leg uit waarom Lotte dieper in de aarde zakt als ze een stap zet?
Opgave 8
De skydiver hieronder is uit het vliegtuig gesprongen en valt nu met constante snelheid naar beneden.

a) Wat kun je zeggen over de nettokracht op deze skydiver?
b) Heeft de skydiver tijdens het vallen een hangpunt of steunpunt?
c) Hoe groot is het gewicht van de skydiver?