Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

❷ massa en volume

  • E-mailadres

Leerdoelen

Leerdoelen

2e klas:

  1. Je kunt deze begrippen uitleggen: massa, volume, balans, maatcilinder, gram, liter, kubieke meter
  2. Je kunt een eenheid van massa en zijn afkorting noemen.
  3. Je kunt massa's omrekenen tussen kilogram, gram en milligram.
  4. Je kunt het meetinstrument noemen waarmee je massa meet.
  5. Je kunt een weegschaal gebruiken om een massa te meten.
  6. Je kunt twee verschillende eenheden van volume en hun afkortingen noemen.
  7. Je kunt volume's omrekenen tussen liter, milliliter, kubieke centimeter, kubieke decimeter.
  8. Je kunt het meetinstrument noemen waarmee je volume van vloeistoffen meet.
  9. Je kunt een maatcilinder gebruiken en aflezen om een volume te meten.

3e klas:

  1. Je kunt de symbolen voor massa en volume noemen.
  2. Je kunt de standaard eenheden voor massa en volume noemen.

Uitleg

Uitleg

Massa (m)
-----------------------
De massa geeft aan uit hoeveel materie een stof of voorwerp bestaat. Een meetinstrument om de massa mee te meten is de balans. Tegenwoordig wordt vaak de eenvoudige weegschaal gebruikt. We meten de massa normaal gesproken in de eenheden gram (g) of kilogram (kg). Voor het omrekenen tussen afgeleide eenheden van massa gebruiken we het metrisch stelsel zoals hieronder: 

        kg → x1000 → g → x1000 → mg → x1000 → μg

 


Volume (V)
-----------------------
Het volume geeft aan hoeveel ruimte een stof of een voorwerp inneemt. Hoe groter het volume hoe meer ruimte het inneemt. Het volume van vloeistoffen kunnen we direct meten met een maatcilinder. Bij het aflezen van een maatcilinder is het belangrijk dat je dit horizontaal doet als de maatcilinder stevig en rechtop staat. Anders lees je een verkeerd volume af. Je meet het volume vaak in liter (L) of milliliter (mL). Voor het omrekenen tussen afgeleide eenheden van massa gebruiken we het metrisch stelsel zoals hieronder:

 

        L → x10 → dL → x10 → cL → x10 → mL

 

Soms meten we het volume ook in de eenheid kubieke meter of kubieke centimeter. Voor het omrekenen tussen afgeleide eenheden van massa gebruiken we het metrisch stelsel zoals hieronder:

 

        m³ → x1000 → dm³ → x1000 → cm³

 

Als je moet omrekenen tussen de twee eenheden liter (L) en kubieke meter (m³) dan moet je weten dat:
    1 dm³ = 1 L
    1 cm³ = 1 mL

Instructievideo

Instructievideo

directe link

Begrippen

Begrippen

  • balans: Een apparaat om massa (m) mee te meten.
  • gram: Een eenheid voor massa (m) afgekort met (g).
  • massa: De hoeveelheid stof waaruit een voorwerp bestaat.
  • kubieke meter: Een eenheid van volume (V) afgekort met m³ .
  • liter: Een eenheid van volume (V) afgekort met L.
  • volume: De ruimte die een voorwerp of stof inneemt.
  • maatcilinder: Een instrument om het volume (V) van een vloeistof te meten.

Opgaven

Opgaven

Opgave 1
a) Probeer in je eigen woorden te beschrijven wat het begrip massa betekent.
b) Noem een eenheid van masssa.
c) Hoe noemen we het meetinstrument waarmee we massa meten?

 

Opgave 2
Reken de volgende metingen om.
a) 3,2 kg = ________ g
b) 77 g = ________ kg
c) 24 g = ________ mg
d) 400 mg = ________ g
e) 0,042 kg = ________ mg
f) 5.000 mg = ________ kg
g) 14,3 kg = ________ g
h) 0,8 g = ________ kg
i) 24 g = ________ mg
j) 8.670 mg = ________ g
k) 0,175 kg = ________ mg
l) 80.000 mg = ________ kg

 

Opgave 3
a) Probeer in je eigen woorden te beschrijven wat het begrip volume betekent.
b) Noem twee eenheden van volume.
c) Hoe noemen we het meetinstrument waarmee we het volume van vloeistoffen meten?
d) Leg uit hoe het komt dat je een verkeerd volume afleest, als je de maatcilinder niet horizontaal afleest?

 

Opgave 4
Reken de volgende metingen om.
a)    22,6 dL = _________ L
b)    2,1 L = _________ cL
c)    2,5 cL = _________ dL
d)    50 mL = _________ cL
e)    0,8 dL = _________ mL
f)    54 cL = _________ mL
g)    0,50 L = _________ mL
h)    20 dL = _________ cL
i)    874 mL = _________ L
j)    0,5 L = _________ dL
k)    80,6 mL = _________ dL
l)    15 cL = _________ L

 

Opgave 5
Peter leest de maatcilinder hieronder af en komt op 68 mL
Loes leest de maatcilinder ook af maar zegt dat hij 70 mL aangeeft.
Leg uit wie er gelijk heeft.

 

Opgave 6
Reken de volgende metingen om.
a)    0,8 cm³ = _________ cL
b)    281,19 dL = _________ cm³
c)    10,75 L = _________ dm³
d)    8 cm³ = _________ dL
e)    70,88 cL = _________ dm³
f)    0,86 mL = _________ mm³
g)    63,38 cL = _________ L
h)    0,16 L = _________ cm³
i)    130 mm³ = _________ mL
j)    614 cm³ = _________ dL
k)    0,36 dL = _________ dm³
l)    0,03 m³ = _________ L

 

Opgave 7
Hieronder zie je een aantal maatcilinders.

a) Geef bij elke maatcilinder aan hoeveel mL elke grote streep voorstelt.
b) Geef bij elke maatcilinder aan wat de stapgrootte is tussen de kleine strepen.
c) Geef van elke maatcilinder aan welk volume ze aangeven.

 

Opgave 8
Reken de volgende metingen om.
a)    0,5 hm³ = _________ dam³
b)    9,67 dm³ = _________ cm³
c)    4,41 dam³ = _________ m³
d)    4,29 cm³ = _________ mm³
e)    0,59 m³ = _________ dm³
f)    729,62 cm³ = _________ dm³
g)    520 mm³ = _________ cm³
h)    583 dam³ = _________ hm³
i)    0,82 m ³ = _________ dm³
j)    9,12 m³ = _________ cm³
k)    0,03 cm³ = _________ mm³
l)    93,1 dm³ = _________ m³

Samenvatting

Samenvatting

De nummers in deze samenvatting komen overeen met de nummers van de leerdoelen.

2e klas:

  1. Leer deze begrippen: massa, volume, balans, weegschaal, maatcilinder, gram, liter, kubieke meter, milliliter, kubieke centimeter.
  2. Een eenheid van massa is de gram (g).
  3. 1 kg = 1000 g        1 g = 1000 mg
  4. De massa van een stof of voorwerp meet je met een balans. We gebruiken vaker een weegschaal.
  5. Een weegschaal gebruiken en aflezen is een praktische vaardigheid.
  6. Twee eenheden voor volume zijn: de milliliter (mL) of kubieke centimeter (cm³).
  7. 1 L = 1000 mL        1 L = 1 dm³        1 dm³ = 1000 cm³        1 cm³ = 1 mL
  8. Het volume van vloeistoffen meet je met een maatcilinder.
  9. Een maatcilinder gebruiken en aflezen is een praktische vaardigheid.

3e klas:

  1. m = massa        V = volume
  2. De standaard eenheid van massa is de kilogram (kg). De standaard eenheden voor volume zijn: de liter (L) en de kubieke meter (m³)

Cmap

Cmap

Conceptkaart gemaakt met CmapTools

Links & downloads

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2023 All rights reserved.
i-NaSk