Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Uitleg

Elektriciteit is het bewegen van elektrische deeltjes. De stroom van elektrische deeltjes kun je gebruiken om apparaten te laten werken net zoals je een waterrad kunt laten werken op de stroming van de rivier. Wat het water van de rivier kan, hangt af van de hoeveelheid water en het hoogteverschil in de rivier. Wat je met elektriciteit kan, hangt af van de stroomsterkte en de spanning. Deze bepalen het vermogen van de elektriciteit.
De grootheid vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen. De afkorting voor vermogen is de hoofdletter P van het Engelse woord voor vermogen, power. Een eenheid van vermogen is joule per seconde (J/s). Een andere eenheid is de watt (W). Hierbij geldt dat 1 W evenveel is als 1 J/s. Het vermogen geeft ook aan wat een apparaat kan. Met een boormachine van 300 watt zal je niet zo makkelijk een gat boren als met een boormachine van 800 watt. Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken. Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje.

Vermogensmeter
Sommige apparaten hebben niet de hele tijd hetzelfde vermogen. Op een wasmachine staat misschien wel een vermogen van 2500 W. Maar dit vermogen is alleen nodig als het water verwarmd wordt. Mocht je het vermogen precies willen meten of een gemiddeld vermogen willen meten, dan is een vermogensmeter een uitkomst. Deze meet direct het vermogen een geeft ook informatie over het energieverbruik.

Vermogen omrekenen
Grote vermogens worden vaak gemeten in kilowatt (kW). Hele kleine vermogens worden soms weergegeven in milliwatt (mW). Je kunt vermogens omrekenen tussen kilowatt, watt en milliwatt met behulp van het metrisch stelsel.
Instructievideo
Bij dit artikel is nog geen instructievideo.
Opdrachten

Opgave 1
In dit onderdeel ben je een nieuwe eenheid "watt" tegengekomen.
a) Geef het symbool van de eenheid watt.
b) Noem de grootheid die hoort bij de eenheid "watt"
c) Geef het symbool van de grootheid die je genoemd hebt bij b.
Opgave 2
In dit hoofdstuk ben je de eenheid watt tegengekomen. Neem de trap hieronder over in je schrift en vul hem in met de eenheid watt.

Opgave 3
Reken de volgende metingen om:
a) 2 kW = _________ W
b) 250 W = _________ kW
c) 8,06 W = _________ mW
d) 750 mW = _________ W
e) 0,002 kW = _________ mW
f) 55000 mW = _________ kW
g) 0,32 kW = _________ W
h) 11 W = _________ kW
i) 409 W = _________ mW
j) 0,2 mW = _________ W
k) 233,21 kW = _________ mW
l) 108 mW = _________ kW
Opgave 4
In dit onderdeel ben je een nieuwe eenheid "joule per seconde" tegengekomen.
a) Geef het symbool van de eenheid "joule per seconde".
b) Noem de grootheid die hoort bij de eenheid "joule per seconde".
Opgave 5
Leg uit wat het begrip vermogen betekent.
Opgave 6
Hiernaast zie je zeven typeplaatjes van apparaten bij Henry thuis.
a) Geef voor elk plaatje aan hoe groot het vermogen van het apparaat is.
b) Henry gelooft niet dat het apparaat van plaatje A zo'n groot vermogen heeft. Met welk apparaat zou Henry kunnen onderzoeken hoe groot het vermogen van apparaat A is?
Opgave 7
Het vermogen van een apparaat geeft ook aan hoeveel energie een apparaat verbruikt in een bepaalde tijd. Hiernaast zie je een koffiezetapparaat van 1250 W en een stofzuiger van 900 W.
a) Welk apparaat verbruikt de meeste energie per seconde?
b) Leg uit waarom de stofzuiger in het normale gebruik toch meer energie kost.

Samenvatting
-
Je kunt uitleggen wat vermogen is.
Het vermogen van een elektrisch apparaat geeft aan hoeveel elektrische energie er in een bepaald tijd verbruikt wordt. Het geeft ook aan wat een apparaat kan.
-
Je kunt uitleggen wat een vermogensmeter is.
Een apparaat om het vermogen mee te meten.
-
Je kunt twee eenheden van vermogen noemen en de symbolen van alle drie.
Het symbool van vermogen is de hoofdletter P.
Twee eenheden zijn:
- de watt (symbool hoofdletter W)
- de joule per seconde (J/s hoofdletter J en kleine letter s)
-
Je kunt een vermogen omrekenen tussen kW, W en mW.
1000 W = 1 kW. Om een vermogen in watt om te rekenen naar kilowatt moet je dus delen door duizend. Andersom moet je vermenigvuldigen met duizend.
1000 mW = 1 W. Om een vermogen in milliwatt om te rekenen naar watt moet je dus delen door duizend. Andersom moet je vermenigvuldigen met duizend.
-
Je kunt een vermogen gemeten in watt omrekenen naar joule per seconde en andersom.
1 W = 1 J/s
Links & downloads