Berekeningen met vermogen Stel je sluit een waterkoker aan op het stopcontact van 230 volt. Je meet een stroomsterkte door de waterkoker van 3,5 ampere. Volgens de formule is het vermogen van deze waterkoker dan P = U x I = 230 x 3,5 = 805 watt. Hieronder zie je nog een paar voorbeelden van berekeningen met de formule van vermogen.
Je kunt de formule voor versnelling en kracht uit het hoofd noemen. In woorden: vermogen = spanning x stroomsterkte In symbolen: P = U x I
Je kunt rekenen met de formule voor vermogen. 1 - Zoek in de opgave naar de gegeven grootheden. Zoek ook de grootheid die je moet uitrekenen. Schrijf ze onder elkaar op met symbolen en eenheden. 2 - Reken de grootheden eventueel om, totdat de eenheden bij elkaar horen. 3 - Schrijf de formule op. 4 - Schrijf de formule nogmaals op maar vervang nu de bekende symbolen met de getallen. 5 - Reken de uitkomst uit. 6 - Reken de uitkomst eventueel om naar de gevraagde eenheid.