Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Leerdoelen
-
Je kunt de symbolen van alle begrippen die horen bij de Wet van Ohm uit het hoofd noemen.
-
Je kunt de wet van Ohm uit het hoofd noemen.
-
Je kunt rekenen met de formule R = U / I
Opdrachten

Opgave 1
a) Schrijf de wet van Ohm in woorden in je schrift.
b) Schrijf de wet van Ohm in symbolen in je schrift.
Opgave 2
Hieronder zie je een tabel met grootheden, eenheden en symbolen.
Neem de tabel over en vul hem verder in.
grootheid |
symbool |
eenheid |
symbool |
|
U |
|
|
|
|
|
A |
|
|
ohm |
|
Opgave 3
Geef antwoord op de volgende vragen.
Laat steeds een volledige berekening zien zoals hiernaast.
a) De weerstand van een lampje van 0,05 A waar 6 volt op staat.
b) De stroomsterkte door een weerstand van 40 Ω waar 3 V op staat.
c) De weerstand van een vaatwasser waar 9,5 A door loopt en 230 V op staat.
d) De spanning over een elektromotor van 24 Ω waar 0,5 A door loopt.
e) De stroomsterkte door een lampje van 12 V met een weerstand van 80 Ω.
f) De spanning over een radio van 700 Ω waar 0,33 A door loopt.
Samenvatting
-
Je kunt de symbolen van alle begrippen die horen bij de wet van Ohm uit het hoofd noemen.
grootheid |
symbool |
eenheid |
symbool |
spanning |
U |
volt |
V |
stroomsterkte |
I |
ampere |
A |
weerstand |
R |
ohm |
Ω |
-
Je kunt de wet van Ohm uit het hoofd noemen.
De wet van ohm is een formule.
In woorden: weerstand = spanning / stroomsterkte
In symbolen: R = U / I
-
Je kunt rekenen met de wet van Ohm
1 - Zoek in de opgave naar de gegeven grootheden. Zoek ook de grootheid die je moet uitrekenen.
Schrijf ze onder elkaar op met symbolen en eenheden.
2 - Reken de grootheden eventueel om, totdat de eenheden bij elkaar horen.
3 - Schrijf de formule op die je nodig hebt.
4 - Schrijf de formule nogmaals op maar vervang nu de bekende symbolen met de getallen.
5 - Reken de uitkomst uit.
6 - Reken de uitkomst eventueel om naar de gevraagde eenheid.
Links & downloads