Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

§4.1 - Wat is Geluid?

  • E-mailadres

Startopdrachten

Startopdrachten

Opgave 1
In het dagelijks leven kom je overal geluid tegen. Hieronder staan een aantal geluiden. Geef voor elk geluid aan of het een hard of een zacht geluid is.
overvliegende straaljager, kabbelend beekje, sportfluitje, ruisende boomblaadjes, popconcert, bibliotheek, ontploffing.

 

Opgave 2
In het dagelijks leven kom je overal geluid tegen. Hieronder staan een aantal geluiden. Geef voor elk geluid aan of het een hoog of een laag geluid is.
sportfluitje, scooter, basgitaar, viool, mug, brandalarm

 

Uitleg

Uitleg

Geluid Ontvangen

Geluid is overal om ons heen. We hebben er elke dag mee te maken. Onze oren vangen het geluid op. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? Geluid bestaat uit luchtdrukverschillen. Je oor kan die luchtdrukverschillen opvangen. In de afbeelding hieronder zie je de binnenkant van een menselijk oor.

Het Menselijk Oor

In het oor zit een trommelvlies. Aan de buitenkant van het trommelvlies zit de gehoorgang. Aan de binnenkant zit de buis van Eustachius. Wanneer de luchtdruk aan de voorkant van het trommelvlies hoger is, wordt het trommelvlies naar binnen geduwd. Is de luchtdruk lager, wordt het trommelvlies naar buiten getrokken. De beweging van het trommelvlies wordt door de gehoorbeentjes doorgegeven aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis zitten gehoorcellen die het omzetten in signalen voor onze hersenen.

Gehoorcellen

 

Instructievideo

directe link

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 3

Hiernaast zie je een schematische tekening van het oor. Hoe heten de aangegeven onderdelen?

 

Opgave 4
Vul in. Geluid bestaat uit luchtdrukverschilen. Het _________ in je oor vangt de luchtdrukverschillen op. Als de luchtdruk in de _________gang hoger is dan in de buis van __________ wordt het ___________ naar _________ geduwd.

 

Opgave 5
Kies het juiste woord. Een hard geluid veroorzaakt (veel/weinig) luchtdrukverschil. Een hard geluid laat hierdoor het trommelvlies (veel/weinig) bewegen.

 

Opgave 6
De luchtdruk om ons heen is niet altijd hetzelfde. Hoe hoger boven de zeespiegel je bent, hoe lager de luchtdruk. Leg uit waarom je last krijgt van je oren als je bijvoorbeeld met een auto de berg op rijdt?

 

 

Uitleg

Uitleg

Geluidsbronnen

Elk voorwerp dat geluid maakt is een geluidsbron. Wij maken geluid met onze stembanden. De lucht die we uitademen komt langs de stembanden. Als we onze stembanden aanspannen, gaan ze trillen. Door deze trillingen wordt de lucht die er langs komt afwisselend afgeremd, en dan weer doorgelaten. Hierdoor ontstaat een patroon van afwisselend hoge luchtdruk en lage luchtdruk. We noemen dit geluidsgolven. In de video hieronder zie je een experiment waarmee je dit effect kunt laten zien.

In het begin van de video is de veer in rust. Alle ringen staan stil en zitten zover mogelijk uit elkaar. Dan wordt de spiraalveer rechtsonderin, in elkaar geduwd. De ingedrukte ringen van de veer willen weer uit elkaar en bewegen naar voren. Daarbij duwen ze weer andere ringen op elkaar. Die ringen willen weer uit elkaar en bewegen naar voren. Daarbij duwen ze weer nieuwe ringen op elkaar, enz. In de lucht gebeurt ongeveer hezelfde. De ringen in het exepriment stellen dan de luchtmoleculen voor.

 

Geluidsbronnen en geluidsgolven
Alles dat deze geluidsgolven kan maken noemen we een geluidsbron. Bij een geluidsbron is er eigenlijk altijd iets dat trilt. Bij een gitaar is dat de snaar, bij een saxofoon is dat het riet en bij een trommel is dat het vel.

Practica

Practica

  • Geluid Onder Een Stolp (demo)

  • De Spiraalveer (demo)

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 7
In het hoofdstuk stoffen heb je geleerd over de drie fasen waarin stoffen kunnen voorkomen. In welke fase is lucht?

 

Opgave 8
In het hoofdstuk stoffen heb je geleerd dat de fase van een stof bepaald wordt door twee regels van het molecuulmodel.
a) Welke twee regels zijn dit?
b) Welke van deze regels is sterker in een gas?

 

Opgave 9
Vul in. Een ______________ bestaat uit een ___________  van afwisselend hoge __________ en ________   _____________. Een voorwerp dat geluidsgolven kan maken noemen we een _______________ .

 

Opgave 10
Leg in je eigen woorden uit wat een geluidsbron is.

 

Opgave 11
Hieronder staan een aantal voorwerpen genoemd. Geef bij elk voorwerp aan welk onderdeel het geluid maakt.
viool, trommel, klarinet, piano, mens, olifant, radio

 

Opgave 12
Bekijk de video over de slinkie (geluidsgolven in een veer).
Geef van de onderstaande uitspraken aan of ze juist zijn of niet.
a) De ringen van de veer kun je vergelijken met moleculen.
b) De ringen van de veer bewegen van de onderkant van het beeld helemaal naar boven.
c) Het geluid in de veer kaatst weer terug naar de onderkant van het beeld.
d) Het geluid dat onderin de video gemaakt word heeft geen tijd nodig om aan de bovenkant van het beeld te komen.
e) De ringen bewegen op hun plek heen en weer.
f) Lucht verplaatst zich van de bron helemaal naar de ontvanger.

 

Opgave 13
Leg uit of een radio die uitstaat ook een geluidsbron is.

 

 

Uitleg

Uitleg

Kenmerken Van Een Geluid

Er zijn heel wat verschillende geluiden om ons heen. Al deze geluiden hebben drie belangrijke eigenschappen:

  • De toonhoogte
  • De geluidssterkte
  • De geluidssnelheid

 

Toonhoogte
Hoe hoog een geluid klinkt noemen we de toonhoogte. De basgitaar maakt lage tonen net als de contrabas. De viool maakt hoge geluiden net als de dwarsfluit.

 

Geluidssterkte
Hoe hard een geluid klinkt, noemen we de geluidssterkte of het geluidsniveau. Een drumstel maakt normaal gesproken harde geluiden. Een triangel maakt een zacht geluid. Hoe harder je op de trommel of tegen de triangel slaat, hoe harder het geluid dat ze maken.

 

Geluidssnelheid
Geluid heeft tijd nodig om zich te verplaatsen. Daar merk je in het dagelijks leven meestal niets van. Maar er zijn momenten dat dit goed te merken is. Denk maar eens aan het onweer. Je ziet de flits soms veel eerder dan dat je het geluid hoort. Dit komt omdat het licht veel sneller is dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 14
Noem drie kenmerken van geluid.

 

Opgave 15
Hieronder staan een aantal muziekinstrumenten. Zet ze op volgorde van de  toonhoogte die ze kunnen maken.
viool, piano, basgitaar, dwarsfluit

 

Opgave 16
Welk kenmerk van geluid verandert bij de volgende situaties:
a) Je zet de radio harder.
b) De docent vraagt aan de klas of ze stiller willen zijn.
c) In de verte rijdt een trein die steeds dichterbij komt.
d) Je slaag op de piano eerst een toets aan de rechterkant aan, en daarna één aan de linkerkant.

 

Bekijk de video hiernaast t/m 6 minuten en 14 seconden en maak daarna de opgaven die er onder staan.

 

Opgave 17
Wat gebeurt er met het water in het bakje op het moment dat hij de stemvork erin steekt?

 

Opgave 18
Welke materialen gebruikt de vrouw om te laten zien dat geluid ook door andere stoffen kan bewegen?

 

Opgave 19
Leg uit waarom je de wekker minder goed kunt horen als de lucht uit de stolp wordt gezogen.

 

Opgave 20
Wat trilt er bij een gitaar?

 

Opgave 21
Wat trilt er bij een trommel?

 

Opgave 22
Wat trilt er bij een blaasinstrument?

 

Opgave 23
Wat doet een microfoon precies?

 

Opgave 24
Wat doet een luidspreker precies?

 

Begrippen

Begrippen

  • geluid
    Geluid bestaat uit drukverschillen in de lucht. Met onze oren kunnen we geluid waarnemen.
  • geluidsbron
    Alles dat geluid maakt kan je een geluidsbron noemen.

  • geluidsgolf
    Een patroon van hoge luchtdruk en lage luchtdruk.

  • geluidsniveau
    Een ander woord voor geluidssterkte.

  • geluidssterkte
    Hoe hard een geluid klinkt. Hoe harder een geluid hoe hoger de geluidssterkte.

  • toonhoogte
    De hoogte van een geluid.
  • trommelvlies
    Het deel in het menselijk oor dat reageert op de drukverschillen in de lucht.

 

Samenvatting

Samenvatting

  • Je kunt uitleggen wat geluid is.
    Geluid bestaat uit drukverschillen in de lucht.

  • Je kunt uitleggen hoe het menselijk oor geluid omzet in signalen.
    De luchtdrukverschillen laten het trommelvlies bewegen. Deze beweging wordt door de gehoorbeentjes doorgegeven aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis wordt het omzetten in signalen voor onze hersenen.

  • Je kunt uitleggen wat een geluidsbron is en drie voorbeelden noemen.
    Alles dat geluid maakt, voorbeelden zijn stembanden, muziekinstrumenten, stemvork, vuurwerk, onweer.

  • Je kunt uitleggen wat een geluidsgolf is.
    Een geluidsgolf is een patroon van hoge druk en lage druk in de lucht.

  • Je kunt drie kenmerken van geluid noemen en uitleggen wat ze betekenen.
    De drie kenmerkende eigenschappen van geluid zijn:
    toonhoogte: hoe hoog het geluid klinkt
    geluidssterkte: hoe hard het geluid klinkt
    geluidssnelheid: de snelheid waarmee geluid afstand aflegt

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2023 All rights reserved.
i-NaSk