Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

§4.2 - Toonhoogte

  • E-mailadres

Uitleg

Uitleg

Snaren En Toonhoogte

De toonhoogte van een muziekinstrument kun je makkelijk aanpassen. Dit doe je als je er muziek mee wilt maken, maar ook als je het instrument wilt stemmen. Bij snaarinstrumenten zijn er drie manieren om de toonhoogte van de snaar te veranderen.

Een Gitaar

 

Spanning op de snaar
Met de stelschroeven in de kop van de gitaar kun je de snaren strakker of losser spannen. Hoe strakker je de snaar spant, hoe hoger het geluid wordt. Hoe losser je de snaar maakt, hoe lager het geluid.

 

Dikte van de snaar
De gitaar heeft zes verschillende snaren. De dikste snaren maken de laagste tonen en de dunne snaren maken de hoge tonen. Hoe dunner de snaar, hoe hoger het geluid dat hij maakt. Hoe dikker je de snaar maakt, hoe lager het geluid.

 

De lengte van de snaar
Door je vingers op de hals te zetten, maakt je de snaar korter of langer. Hoe korter je de snaar maakt, hoe hoger het geluid dat hij maakt. Als je de snaar langer maakt, zal hij een lager geluid geven.

 

Andere muziekinstrumenten
De bovenstaande methoden werken voor alle snaarinstrumenten. Dus ook voor de viool, cello, contrabas, basgitaar, piano, harp, etc. De lengte gaat ook op voor blaasinstrumenten. Hoe langer de pijp van bijvoorbeeld een orgel, hoe lager het geluid dat deze maakt. Met de knoppen van een klarinet kun je de lengte van de pijp beïnvloeden.

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 25
Op welke drie manieren kun je de toonhoogte van een snaar veranderen?

 

Opgave 26
Hoe kun je op een gitaar verschillende tonen spelen?

 

Opgave 27
Hieronder wordt steeds iets veranderd aan een snaar. Geef steeds aan wat er met de toonhoogte van de snaar gebeurd. Wordt die hoger, lager of blijft hij gelijk?
a) Je maakt een snaar korter.
b) Je slaat een snaar harder aan.
c) Je ontspant een snaar.
d) Je vervangt de snaar voor een dunnere snaar.
e) Je maakt een snaar langer.
f) Je spant een snaar strakker.
g) Je slaat een snaar zachter aan.
h) Je vervangt de snaar voor een dikkere snaar.

 

Opgave 28
Piet en Moos willen samen gitaar spelen. De bovenste snaar van Piet klinkt net iets hoger dan de bovenste snaar van Moos. Wat moet Piet doen om deze snaar dezelfde toon te laten maken?

 

Opgave 29
Hiernaast zie je een plaatje van een vleugel.
a) Wat trilt er in een vleugel of piano?
b) Leg uit dat je aan de vorm van de vleugel goed kunt zien dat de laagste tonen gemaakt worden door de linker toetsen.

VR Vleugel

 

Opgave 30
Hiernaast zie je een plaatje van een kerkorgel. Waarom hebben de pijpen allemaal verschillende lengtes en diktes?

VR Werking Orgel

 

 

Uitleg

Uitleg

Trilling

Een stemvork trilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt.

Als je de stemvork met rust laat, komen de benen uiteindelijk tot stilstand. De positie die ze dan hebben noemen we de evenwichtsstand of ruststand. Tijdens het trillen bewegen de benen om deze ruststand heen. De afstand tussen de ruststand en het been noemen we de uitwijking. De uitwijking verandert tijdens het trillen voortdurend.

Trilling van een Stemvork

 

De slinger
Een trilling die hoorbaar geluid maakt, gaat al gauw 100 keer per seconde heen en weer. Zo'n trilling gaat te snel om goed te kunnen zien. Met slowmotion camera's kun je filmpjes maken zoals die van de stemvork hierboven. Maar om meer te leren over de beweging van een trilling heb je geen dure camera nodig. Je kunt ook een langzame trilling bestuderen. Een voorbeeld van een langzame trilling is een slinger. De slinger en de stemvork maken een vergelijkbare beweging.

De Slinger

Practica

Practica

  • Een Stemvork In Slowmotion

  • De Slinger

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 31
Vul in. Een stemvork heeft twee ___________ . Deze bewegen heen en weer als je de stemvork _________ . We noemen dit __________ . Als de benen niet bewegen zijn ze in hun ___________ .

 

Opgave 32
Hoe groot is de uitwijking van een slinger die in de ruststand hangt?

 

Opgave 33
Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde.
a) De snaar heeft snelheid en beweegt door de ruststand heen.
b) De snaar wordt naar beneden getrokken en losgelaten.
c) Na een aantal keer heen en weer gegaan te zijn staat de snaar uiteindelijk weer stil.
d) De snaar remt af, staat even stil en beweegt terug naar de ruststand.
e) De snaar is in rust.
f) De snaar beweegt terug naar de ruststand.

 

Opgave 34
Leg in je eigen woorden uit wat een trilling is.

 

 

Uitleg

Uitleg

Frequentie (f)

Een eigenschap van geluid is de hoogte van het geluid. Deze hoogte is afhankelijk van de frequentie van het geluid. De frequentie is het aantal trillingen in een bepaalde tijd. Geluidsbronnen hebben eigenlijk altijd een onderdeel dat trilt. Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger het geluid. Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. De eenheid van frequentie is hertz. Eén hertz is precies één trilling per seconde. Het symbool voor hertz is een hoofdletter H met een kleine letter z erachter, Hz. Een stemvork, waarop staat 440 Hz, trilt dus 440 keer per seconde. De benen van die stemvork bewegen 440 keer per seconde heen en weer. Deze beweging brengt de lucht om de stemvork heen in beweging. Als dit geluid bij onze oren komt, trillen onze trommelvliezen ook 440 keer per seconde.

 

Frequenties omrekenen
Grote frequenties worden weergegeven in kilohertz (kHz). Hele kleine frequenties kun je weergeven in millihertz (mHz.) Om deze frequenties in elkaar om te rekenen kun je het metrisch stelsel gebruiken.

Frequenties Omrekenen 1

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 35
De eenheid van frequentie is _________ . Je kunt het _________ stelsel toepassen op deze eenheid. Daarmee wordt 1 kHz even groot als _______ Hz. En duizend ________ is net zo groot als 1 Hz.

 

Opgave 36
a) Wat is het symbool voor frequentie?
b) Wat is het symbool voor hertz?

 

Opgave 37
Geluid heeft drie eigenschappen die je eerder bent tegengekomen.
a) Noem deze drie eigenschappen.
b) Welke eigenschap heeft te maken met frequentie?

 

Opgave 38
Een mug slaat zijn vleugels al gauw 500 keer per seconde. Een libelle haalt niet meer dan 28 slagen per seconde.
a) Bij welk van deze twee dieren maken de vleugels het hoogste geluid?
b) Bij welk dier hebben de vleugels de grootste frequentie?

 

Opgave 39
Een stemvork wordt aangeslagen en trilt 440 keer per seconde.
a) Hoe groot is de frequentie van deze stemvork?
b) Hoeveel trillingen heeft deze stemvork gedaan na 1 minuut?
c) Hoelang doet de stemvork erover om 19800 trillingen te maken?

 

Opgave 40
Reken de volgende metingen om:
a) 2 kHz = ______ Hz
b) 250 Hz = ______ kHz
c) 8 Hz = ______ mHz
d) 750 mHz = ______ Hz
e) 0,002 kHz = ______ mHz
f) 0,050 kHz = ______ Hz
g) 10 kHz = ______ Hz
h) 16.500 mHz = ______ Hz
i) 0,33 Hz = ______ mHz
j) 45 Hz = ______ kHz

 

 

Uitleg

Uitleg

Frequentiebereik

Mensen kunnen niet alle frequenties horen. De frequenties die mensen kunnen horen liggen tussen de 20 en 20.000 Hz. We noemen dit het frequentiebereik van het mensenlijk gehoor. Dit frequentiebereik wordt kleiner als we ouder worden. We horen dan steeds minder lage en hoge tonen. Frequenties die boven het menselijk frequentiebereik liggen noemen we ultrasoon. Als de frequentie onder het menselijk frequetiebereik ligt noemen we het geluid infrasoon. Een vleermuis kan ultrasoon geluid horen. Een vleermuis kan makkelijk geluiden horen van 100.000 Hz en kan een olifant kan geluiden horen van 16 Hz. In de afbeelding hieronder kun je dit aflezen bij de blauwe balkjes.

Grafiek Frequentiebereik

 

Bron
Je stem heeft ook een frequentiebereik. Dit zijn alle frequenties die je met je stem kunt maken. De frequenties die mensen kunnen maken liggen ongeveer tussen de 60 en 7000 Hz. Er zijn dieren die veel hogere en lagere geluiden kunnen maken. In de afbeelding hierboven kun je dit aflezen bij de blauwe balkjes.

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 41
Wanneer noemen we een toon ultrasoon?

 

Opgave 42
a) Wat is het frequentiebereik van het menselijk gehoor?
b) Wat gebeurt er met het frequentiebereik als we ouder worden?

 

Opgave 43
Leg in je eigen woorden uit wat een frequentiebereik is.

 

Opgave 44
Wat gebeurt er met de grenzen van het frequentiebereik als we ouder worden?
Vul de juiste optie in.
a) De onderste grens van het 20 Hz  __________ . (wordt lager, blijft gelijk, wordt hoger)
b) De bovenste grens van 20 kHz  __________ . (wordt lager, blijft gelijk, wordt hoger)

 

Opgave 45
Geef van de volgende tonen aan of ze ultrasoon of infrasoon zijn of dat ze binnen het gehoorbereik liggen.
a) 8000 Hz
b) 20 mHz
c) 0,01 kHz
d) 15.000 mHz
e) 1000 Hz
f) 10 kHz
g) 30.000 mHz
h) 30 kHz

 

Opgave 46
Hiernaast zie je een grafiek met frequentiebereiken.
a) Wat is het frequentiebereik van het gehoor van een hond?
b) Leg uit of een mens een toon kan horen van 35.000 Hz.
c) Leg uit of een olifant een toon kan horen van 35.000 Hz.
d) Leg uit of een vleermuis tonen kan maken die een olifant kan horen.
e) Leg uit of een vleermuis een hond kan horen.
f) Leg uit of een hond een vleermuis kan horen?

Grafiek Frequentiebereik

 

Opgave 47
Een fabrikant van luidsprekers heeft nieuwe luidspreker ontwikkeld. Deze nieuwe luidspreker kan tonen maken tussen de 40 en 80.000 Hz. De oudere luidsprekers konden tonen maken tussen de 40 en 25.000 Hz.
Leg uit waarom deze nieuwe luidsprekers niet interessant zijn voor normaal dagelijks gebruik.

 

Begrippen

Begrippen

  • frequentiebereik
    Alle frequenties die gehoord of gemaakt kunnen worden door bijvoorbeeld mensen, dieren of apparaten.

  • frequentie
    Het aantal trillingen in een bepaalde tijd.

  • hertz
    De eenheid van frequentie. Eén hertz is precies één trilling per seconde.

  • infrasoon
    Infrasoon geluid heeft een frequentie onder de 20 Hz. Dit is onder het menselijk freuqentiebereik en dus niet hoorbaar voor mensen.
  • ruststand
    De stand waarin een trillend voorwerp komt als hij stopt met trillen.

  • trillen
    Heen en weer bewegen.

  • trilling
    Eén keer heen en één keer terug noemen we één trilling.

  • snaar
    Een stuk touw of metaal om tonen mee te maken, hoe strakker, dunner of korter de snaar hoe hoger het geluid.
  • uitwijking
    De afstand tussen een trillend voorwerp en zijn ruststand.

  • ultrasoon
    Ultrasoon geluid heeft een frequentie boven de 20.000 Hz. Dit is boven het menselijk freuqentiebereik en dus niet hoorbaar voor mensen.

 

Samenvatting

Samenvatting

  • Je kunt drie manieren noemen waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen.
    De snaar strakker spannen.
    De snaar korter maken.
    De snaar dunner maken.

  • Je kunt drie manieren noemen waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen.
    De snaar losser spannen.
    De snaar langer maken.
    De snaar dikker maken.
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen ruststand en uitwijking betekenen.
    Als een voorwerp dat kan trillen, stopt met trillen is het in zijn ruststand. Tijdens het trillen, verandert de afstand tussen het voorwerp en zijn ruststand steeds. Deze afstand noemen we de uitwijking.

  • Je kunt uitleggen wat een trilling is.
    Een voorwerp dat trilt, beweegt heen en weer om een ruststand. Een liniaal die je over de rand van een tafel legt en laat trillen, zal heen en weer bewegen. De snelheid waarmee hij dat doet wordt langzaam steeds minder. De uitwijking wordt ook steeds kleiner. De tijd die hij erover doet om heen en weer te gaan verandert niet.

  • Je kunt de eenheid van frequentie noemen, en de symbolen van beiden.
    De eenheid van frequentie is de hertz.  Het symbool voor frequentie is f. Het symbool voor hertz is Hz.

  • Je kunt uitleggen wat frequentie is.
    Frequentie is het aantal trillingen in een bepaalde tijd. Een voorwerp dat 200 keer heen en weer beweegt in één seconde, heeft een frequentie van 200 hertz.

  • Je kunt frequenties omrekenen tussen kHz, Hz en mHz.
    1 kHz = 1000 Hz.  Om een frequentie in Hz om te rekenen in kHz deel je door 1000. Andersom vermenigvuldig je met 1000.
    1 Hz = 1000 mHz.  Om een frequentie in mHz om te rekenen in Hz deel je door 1000. Andersom vermenigvuldig je met 1000.

  • Je kunt freqenties omrekenen tussen GHz, MHz, kHz, en Hz.
    1 GHz = 1000 MHz.  Om een frequentie in MHz om te rekenen in GHz deel je door 1000. Andersom vermenigvuldig je met 1000.
    1 MHz = 1000 kHz.  Om een frequentie in kHz om te rekenen in MHz deel je door 1000. Andersom vermenigvuldig je met 1000.
    1 kHz = 1000 Hz.  Om een frequentie in Hz om te rekenen in kHz deel je door 1000. Andersom vermenigvuldig je met 1000.
  • Je kunt uitleggen wat een frequentie bereik is.
    Alle frequenties die gehoord of gemaakt kunnen worden door mensen, dieren of apparaten.

  • Je kunt het frequentiebereik van het gezond menselijk gehoor uit het hoofd noemen.
    Een gezond gehoor heeft een frequentiebereik van 20 Hz tot 20.000 Hz

  • Je kunt uitleggen wat ultrasoon geluid is.
    Ultrasoon geluid heeft een frequentie boven de 20.000 Hz. Dit is boven het menselijk frequentiebereik en dus niet hoorbaar voor mensen.

  • Je kunt uitleggen wat infrasoon geluid is.
    Infrasoon geluid heeft een frequentie onder de 20 Hz. Dit is onder het menselijk frequentiebereik en dus niet hoorbaar voor mensen.

  • Je kunt het frequentiebereik aflezen uit een grafiek.

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2023 All rights reserved.
i-NaSk