Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

§5.3 - Massa

  • E-mailadres

Startopdrachten

Startopdrachten

Opgave 35
In een eerder hoofdstuk heb je de zes voorvoegsels van het metrisch stelsel geleerd.
a) Schrijf de zes voorvoegsels van het metrisch stelsel in de goede volgorde op.
b) Vul in. Als je wilt omrekenen van kg naar hg, moet je vermenigvuldigen met _____ .
c) Vul in. Als je wilt omrekenen van mg naar dg, moet je delen door _____ .

 

Opgave 36
In een eerder hoofdstuk heb je geleerd wat grootheden en eenheden zijn.
a) Noem vier voorbeelden van grootheden.
b) Noem vier voorbeelden van eenheden.
c) Leg uit dat 'kilometer' geen goed antwoord is voor vraag b.

 

Uitleg

Uitleg

Massa (m)

De woorden massa en gewicht worden in het dagelijks leven vaak door elkaar gebruikt. Je zegt bijvoorbeeld: “Mijn gewicht is 50 kilogram.” Toch betekent gewicht eigenlijk iets anders dan wat je hier bedoeldt. Klik op het woord 'gewicht' om te leren wat het verschil is.  Je zou moeten zeggen: “Mijn massa is 50 kilogram.” Met de massa wordt de hoeveelheid stof bedoeld waaruit iets bestaat. De standaard eenheid van massa is de kilogram. Het is de enige grootheid die standaard een voorvoegsel heeft. Natuurlijk kun je het metrisch stelsel gewoon toepassen. Het symbool voor massa is de kleine letter m.

Massa Omrekenen

 

Massa meten
Massa kun je meten met een balans of een weegschaal met een schaal in grammen.

Een Balans

 

Een Weegschaal

 

 

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 37
Noem twee apparaten waarmee je massa kunt meten.

 

Opgave 38
a) Wat is de standaard eenheid van massa?
b) Wat is het symbool van massa?
c) Wat is het symbool van kilogram?

 

Opgave 39
Als een stof warmer wordt, zet het uit.
a) Leg uit waarom een stof groter wordt als het warmer wordt.
b) Leg uit dat de massa niet groter wordt, als een stof warmer wordt.
c) Verandert het volume van een stof, als het warmer wordt?

 

Opgave 40
Reken de volgende metingen om.
a) 3,2 kg = ________ g
b) 77 g = ________ kg
c) 24 g = ________ mg
d) 400 mg = ________ g
e) 0,042 kg = ________ mg
f) 5.000 mg = ________ kg
g) 14,3 kg = ________ g
h) 0,8 g = ________ kg
i) 24 g = ________ mg
j) 8.670 mg = ________ g
k) 0,175 kg = ________ mg
l) 80.000 mg = ________ kg

 

Opgave 41
Het symbool voor massa is de kleine letter m. Het symbool voor meter is ook de kleine letter m. Leg uit waarom je toch nooit in de war kunt raken met deze twee symbolen?

 

 

Uitleg

Uitleg

Massa en Gewicht

In de afbeelding hieronder zie je een hond die over een wipwap loopt. Met verschillende kleuren zijn de steunpunten van de verschillende voorwerpen aangegeven.

Hond over een Wipwap

De hond steunt met drie van zijn poten op de plank (groen). De plank van de wipwap hangt op de twee scharnierpunten (rood). De hele wipwap steunt met twee balken op de grond (geel). Het steunpunt van een voorwerp is de plek waarop een voorwerp staat. Het hangpunt is de plek waaraan een voorwerp hangt.

 

Het verschil tussen Massa en Gewicht
In het dagelijks leven worden de begrippen massa en gewicht gebruikt alsof ze hetzelfde betekenen. In de natuurkunde zijn ze niet hetzelfde. Massa zegt iets over de hoeveelheid stof waaruit een voorwerp bestaat. We meten massa in bijvoorbeeld kilogram. Gewicht is de kracht die een voorwerp uitoefent op een steunpunt of hangpunt. De aarde oefent een zwaartekracht uit op de hond. Daardoor oefent de hond een kracht uit op de wipwap. De kracht die de hond zet op de wipwap noem je het gewicht van de hond. Gewicht is dus een kracht. Het symbool voor gewicht is Fg. Gewicht meten we in newton.

 

Gewicht en zwaartekracht
In veel situaties is het gewicht van een voorwerp gelijk aan de zwaartekracht op dat voorwerp. Stel dat de hond in het voorbeeld hierboven een massa heeft van 25 kilogram. De zwaartekracht die op de hond werkt zou dan zijn:

Fz = m x g = 25 x 10 = 250 N

De zwaartekracht trekt de hond dus met 250 newton naar beneden. Daarmee wordt de hond dus ook met 250 N op de wipwap gedrukt. Het gewicht van de hond is dan ook 250 newton. Als voorwerpen in rust staan of hangen kun je stellen dat:

Fz = Fg

 

Instructievideo

directe link

Practica

Practica

  • Massa Of Gewicht? (demo)

Opdrachten

Opdrachten

Opgave 42
a) Wat is de eenheid van gewicht?
b) Wat is de standaard eenheid van massa?

 

Opgave 43
Wat is het symbool van gewicht? (let op gebruik ook de juiste index)

 

Opgave 44
Piet zegt: "Als ik deze appels op de weegschaal leg, zie ik dat het gewicht ervan 1,5 kilogram is."
a) Wat klopt er natuurkundig niet aan deze zin?
b) Hoe zou je moeten veranderen om deze zin kloppend te maken?

 

Opgave 45
Leg het verschil uit tussen massa en gewicht.

 

Opgave 46
Met welke formule kun je het gewicht van een voorwerp berekenen?

 

Opgave 47
Hieronder zie je een hond die over een wipwap loopt.

VR Hond op Wipwap

a) Hoeveel steunpunten heeft de hond.

Het totale gewicht van deze hond is 270 newton.
b) Als de hond zijn gewicht goed verdeeld over zijn poten, hoe groot is dan het gewicht dat elke poot draagt?
c) Leg uit waarom het slecht is voor een hond om veel op zijn achterpoten te lopen of staan. (Bijvoorbeeld bij kunstjes)

 

Opgave 48
Lotte loopt na een lange hevige regenbui over een grasveld. Ze merkt dat ze in de aarde wegzakt bij elke stap die ze neemt. Maar als ze stil gaat staan zakt ze niet weg.
a) Hoeveel steunpunten heeft Lotte als ze stilstaat?
b) Leg uit waarom Lotte dieper in de aarde zakt als ze een stap zet?

 

Opgave 49
De skydiver hieronder is uit het vliegtuig gesprongen en valt nu met constante snelheid naar beneden.

VR Skydyver

a) Wat kun je zeggen over de nettokracht op deze skydiver?
b) Heeft de skydiver tijdens het vallen een hangpunt of steunpunt?
c) Hoe groot is het gewicht van de skydiver?

 

Begrippen

Begrippen

  • balans
    Een apparaat om massa mee te meten. Vaak wordt ook een weegschaal gebruikt met een schaalverdeling in grammen.

  • gewicht
    De kracht die een voorwerp uitoefent op zijn steunpunt of hangpunt.

  • hangpunt
    Het punt waaraan een voorwerp hangt.

  • massa
    De hoeveelheid stof waaruit een voorwerp bestaat. Massa korten we af met de kleine letter m. De eenheid van massa is de gram, dit korten we af met de kleine letter g.
  • steunpunt
    Het punt waarop een voorwerp steunt.

  • weegschaal
    Een apparaat om gewicht mee te meten. De weegschalen die te koop zijn in de meeste winkels zijn voorzien van een schaalverdeling in grammen en kunnen daarmee direct de massa meten.

 

Samenvatting

Samenvatting

  • Je kunt uitleggen wat massa is.
    De hoeveelheid stof waaruit een voorwerp bestaat. Hoe meer moleculen, hoe meer massa.

  • Je kunt de symbolen van massa en zijn standaard eenheid.
    Het symbool voor massa is de kleine letter m. De standaard eenheid van massa is de kilogram. Het symbool voor kilogram is kg.

  • Je kunt massa 's omrekenen tussen kg, g en mg
    1 kg = 1000 g. Om een massa in kg om te rekenen naar een massa in gram, moet je dus vermenigvuldigen met duizend.
    1000 mg = 1 g. Om een massa in mg om te rekenen naar een massa in gram, moet je dus delen door duizend.

  • Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een steunpunt en een hangpunt.
    Een steunpunt is het punt waarop een voorwerp steunt en een hangpunt is het punt waaraan een voorwerp hangt.

  • Je kunt het verschil uitleggen tussen massa en gewicht.
    Massa is de hoeveelheid materie (zegt dus iets over de hoeveelheid moleculen ), het gewicht is de kracht die deze massa uitoefent op een steun- of hangpunt .

  • Je kunt de eenheid van massa noemen en de afkortingen van beiden.
    Massa korten we af met de kleine letter m, de eenheid van massa is de gram en dit korten we af met de kleine letter g.

  • Je kunt de eenheid van gewicht noemen en de afkortingen van beiden.
    Gewicht korten we af met de hoofdletter F en de index g (Fg)  De eenheid van gewicht is newton en dit korten we af met de hoofdletter N.

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2021 All rights reserved.
i-NaSk