Een stemvorktrilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt.
Als je de stemvork met rust laat, komen de benen uiteindelijk tot stilstand. De positie die ze dan hebben noemen we de evenwichtsstand of ruststand. Tijdens het trillen bewegen de benen om deze ruststand heen. De afstand tussen de ruststand en het been noemen we de uitwijking. De uitwijking verandert tijdens het trillen voortdurend.
De slinger Een trilling die hoorbaar geluid maakt, gaat al gauw 100 keer per seconde heen en weer. Zo'n trilling gaat te snel om goed te kunnen zien. Met slowmotion camera's kun je filmpjes maken zoals die van de stemvork hierboven. Maar om meer te leren over de beweging van een trilling heb je geen dure camera nodig. Je kunt ook een langzame trilling bestuderen. Een voorbeeld van een langzame trilling is een slinger. De slinger en de stemvork maken een vergelijkbare beweging.
Opgave 1 Vul in. Een stemvork heeft twee ___________ . Deze bewegen heen en weer als je de stemvork _________ . We noemen dit __________ . Als de benen niet bewegen zijn ze in hun ___________ .
Opgave 2 Hoe groot is de uitwijking van een slinger die in de ruststand hangt?
Opgave 3 Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde. a) De snaar heeft snelheid en beweegt door de ruststand heen. b) De snaar wordt naar beneden getrokken en losgelaten. c) Na een aantal keer heen en weer gegaan te zijn staat de snaar uiteindelijk weer stil. d) De snaar remt af, staat even stil en beweegt terug naar de ruststand. e) De snaar is in rust. f) De snaar beweegt terug naar de ruststand.
Opgave 4 Leg in je eigen woorden uit wat een trilling is.
Je kunt uitleggen wat een trilling is. Een voorwerp dat trilt, beweegt heen en weer om een ruststand. Een liniaal die je over de rand van een tafel legt en laat trillen, zal heen en weer bewegen. De snelheid waarmee hij dat doet wordt langzaam steeds minder. De uitwijking wordt ook steeds kleiner. De tijd die hij erover doet om heen en weer te gaan verandert niet.