Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Leerdoelen
-
Je kunt uitleggen wat een (practicum) voorschrift is.
-
Je kunt de onderdelen van een natuurkundig verslag noemen.
-
Je kunt een goed voorblad maken voor je verslag.
-
Je kunt de onderzoeksvraag van een practicum herkennen.
-
Je kunt een goede hypothese schrijven.
-
Je kunt een materialenlijst opstellen voor je practicum.
-
Je kunt een opstelling maken.
-
Je kunt een werkwijze schrijven voor je practicum.
-
Je kunt de resultaten van een practicum overzichtelijk in een tabel weergeven.
-
Je kunt een goede diagram en grafiek tekenen bij je metingen.
-
Je kunt een goede berekening maken bij je metingen.
-
Je kunt een goede conclusie schrijven voor je verslag.
Uitleg
Bij dit artikel is nog geen uitgebreide uitleg.
Kijk eens bij de samenvatting, daar staat een verkorte uitleg.
Instructievideo
Bij dit artikel is nog geen instructievideo.
Begrippen
-
conclusie
Een conclusie is het antwoord op de onderzoeksvraag onderbouwt met theorie.
-
hypothese
In de hypothese leg je uit hoe je met dit practicum aan het antwoord gaat komen op de onderzoeksvraag. Dit onderbouw je met een stukje theorie.
-
onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag is de vraag waarop je antwoord probeert te krijgen door het practicum uit te voeren. Het is dus het doel van het practicum.
-
verslag
Een rapportage van een uitgevoerd practicum of experiment.
-
werkwijze
Een werkwijze is een soort kookrecept waarin je stap voor stap beschrijft hoe je het practicum hebt uitgevoerd.
Samenvatting
-
Je kunt uitleggen wat een (practicum) voorschrift is.
Voor de meeste practica krijgt je een (practicum) voorschrift. Soms staat die in je werkboek, soms krijg je die van de docent. In dit voorschrift vind je vaak de volgende onderdelen:titel van de proef, onderzoeksvraag, materialenlijst, werkwijze, aanwijzingen voor de uitwerking van je verslag
-
Je kunt de onderdelen van een natuurkundig verslag noemen.
In een natuurkundig verslag kunnen de volgende onderdelen voorkomen:
voorblad, onderzoeksvraag, hypothese, materialenlijst, opstelling, werkwijze, resultaten, grafiek, berekening, conclusie
Niet alle onderdelen moeten in elk verslag. Je docent vertelt je welke onderdelen van je verwacht worden.
-
Je kunt een goed voorblad maken voor je verslag.
Op een voorblad moeten de volgende punten duidelijk genoemd worden:
titel van de proef, jullie namen, de klas waarin jullie zitten, de datum waarop het practicum is uitgevoerd.
Verder is een plaatje leuk, maar besteed niet teveel aandacht aan je voorblad.
-
Je kunt de onderzoeksvraag van een practicum herkennen.
De onderzoeksvraag is de vraag waarop je antwoord probeert te krijgen door het practicum uit te voeren. Het is dus het doel van het practicum.
-
Je kunt een goede hypothese schrijven.
In de hypothese leg je uit hoe je met dit practicum aan het antwoord gaat komen op de onderzoeksvraag. Dit onderbouw je met een stukje theorie.
-
Je kunt een materialenlijst opstellen voor je practicum.
Een materialenlijst is een soort boodschappenlijstje voor je practicum. Hierin zet je overzichtelijk wat je precies nodig had voor het practicum. Doe dit zo duidelijk mogelijk. 'Een gewichtje' kan bijvoorbeeld niet duidelijk genoeg zijn, 'een gewichtje (20g)' is al veel duidelijker. Vaak kun je de materialenlijst uit je voorschrift overnemen maar let op, als er iets aangepast is tijdens het practicum moet je dit ook overnemen in je verslag.
-
Je kunt een opstelling maken.
Een opstelling is een foto of tekening waarmee je laat zien hoe je de materialen uit je materialenlijst hebt gebruikt.
-
Je kunt een werkwijze schrijven voor je practicum.
Een werkwijze is een soort kookrecept waarin je stap voor stap beschrijft hoe je het practicum hebt uitgevoerd.
Vaak kun je de werkwijze uit je voorschrift overnemen maar let op, als er iets aangepast is tijdens het practicum moet je dit ook overnemen in je verslag.
-
Je kunt de resultaten van een practicum overzichtelijk in een tabel weergeven.
Maak van je metingen als het kan een tabel. Zet boven elke kolom of voor elke rij altijd de grootheid die je gemeten hebt. Zet achter of onder elke grootheid tussen haakjes ook de eenheid waarin je gemeten hebt. Maak je tabel ruim zodat alle getallen goed zichtbaar zijn. Let op dat je voor het scheiden van decimalen een komma gebruikt (geen punt). Zet geen eenheden achter elke meting, die staat immers als bij de kolom of rij.
-
Je kunt een goede diagram en grafiek tekenen bij je metingen.
Als je met je grafiek een verband zoekt tussen twee grootheden, zet deze grootheden dan ook in je diagram. Zet de oorzaak altijd op de horizontale as, en het gevolg altijd op de verticale as. Kijk verder vooral bij het onderdeel 'Grafieken Tekenen'.
-
Je kunt een goede berekening maken bij je metingen.
Soms moet je iets berekenen om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag. Let hiervoor goed op de aanwijzingen in het voorschrift. Als je iets berekend, gebruik dan als het kan de stappen van 'GGFIBAC'.
-
Je kunt een goede conclusie schrijven voor je verslag.
In je conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvraag. Onderbouw je antwoord met behulp van je resultaten, grafiek en/of berekening. Kijk hiervoor ook terug naar je eigen hypothese en gebruik dezelfde theorie om je conclusie kracht bij te zetten.
Links & downloads