Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Uitleg
Meerdere Lichtbronnen
Als er meerdere lichtbronnen zijn zie je ook halfschaduwen. Op een halfschaduw valt wel licht van de éne lichtbron maar geen licht van de andere. In de foto hieronder zie je hoe het licht van buiten via twee ramen de kamer binnen komt. Hierdoor krijg je in de kamer allerlei verschillende schaduwen.

Een halfschaduw is wel donkerder dan de omgeving maar niet zo donker als helemaal geen licht. Om deze schaduwen te tekenen, teken je de schaduw van elke lichtbron apart. Daarna bepaal je of de delen halfschaduw of kernschaduw zijn. In de tekening hieronder zie je hoe je de schaduw tekent van een tafel die verlicht wordt door twee lampen.

Brede Lichtbronnen
Een brede lichtbron is een lichtbron waarbij het licht niet uit één punt komt maar uit een groter gebied. Een TL-buis is een voorbeeld van een brede lichtbron. Het licht komt vanaf de hele breedte van de TL-buis. Je zou kunnen zeggen dat elk puntje van de buis zijn eigen lichtbron is. Om de schaduw van een brede lichtbron te tekenen gebruik je de uiterste punten. Je doet net alsof die uiterste punten de enige lichtbronnen zijn. Daarna kun je de schaduwen tekenen.

Opdrachten Niveau 1
Opgave 1
In deze paragraaf worden twee verschillende soorten lichtbronnen genoemd. Welke twee zijn dit?
Opgave 2
Wat is het verschil tussen een puntbron en een brede lichtbron.
Opgave 3
Hoe heet een gedeelte van de omgeving waar helemaal geen licht komt?
Opgave 4
Wanneer ontstaat een halfschaduw?
Opgave 5
Leg in je eigen woorden uit wat we bedoelen met halfschaduw.
Opgave 6
Wat is het verschil tussen een kernschaduw en een halfschaduw?
Opgave 7 (knipbladvraag)
Hieronder zie je een tekening van een voorwerp dat door twee lampjes belicht wordt. Teken met behulp van randstralen waar de schaduw zit.

Opdrachten Niveau 2
Opgave 8
Hieronder staan een aantal voorwerpen.
TL-buis, zon, zaklamp, bliksem, reflector, glimworm, maan
a) Welke van deze voorwerpen zijn lichtbronnen?
b) Welke van deze voorwerpen zijn puntbronnen?
c) Welke van deze voorwerpen veroorzaken halfschaduwen?
Opgave 9 (knipbladvraag)
Hieronder zijn twee lampen getekend die op een scherm schijnen. Tussen de lampen en het scherm is een voorwerp geplaatst.
a) Teken de schaduw van dit voorwerp.
b) Geef in je tekening aan in welk gebied kernschaduw is.

Opgave 10 (knipbladvraag)
Hieronder is een tafel getekend met daarboven een TL-buis.
a) Teken de schaduwen van deze lamp.
b) Geef in je tekening aan in welk gebied kernschaduw is.

Opgave 11 (knipbladvraag)
Hieronder zie je een tekening van een voorwerp dat voor een scherm staat.
De schaduw kun je op het scherm zien.
a) Leg uit of dit voorwerp verlicht wordt met een puntbron of een brede lichtbron.
b) Laat met randstralen zien waar de lichtbron zit.

Opgave 12 (knipbladvraag)
Hieronder zie je een tafel getekend.
Op de grond kun je de schaduwen zien die een TL-buis gemaakt heeft.
Laat met randstralen zien waar de TL-buis zit.

Samenvatting
-
Je kunt uitleggen hoe een halfschaduw ontstaat.
Halfschaduwen zijn er eigenlijk altijd. Het zijn plekken waar wel licht komt maar niet alle licht. Ze ontstaan zodra er meerdere lichtbronnen zijn.
-
Je kunt de kernschaduw en halfschaduwen tekenen bij twee puntlichtbronnen.
1 - Teken de randstralen vanuit één lichtbron zoals bij de uitleg over de puntlichtbron.
2 - Teken op dezelfde manier ook de randstralen vanuit de andere lichtbron.
3 - achter het voorwerp ontstaan een aantal stukken schaduw.
4 - bepaal voor elk stuk schaduw of het licht van de lichtbronnen daar kan komen.
Links & downloads