Voorkennis
Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.
Uitleg
Gemiddelde snelheid
Stel je rijdt met je fiets een stuk van 3 kilometer van school naar huis, en je doet daar een kwartiertje over (0,25 uur). Dan was je gemiddelde snelheid:
v = 3 : 0,25 = 12 km/h
Toch reed je niet de hele weg met diezelfde snelheid. Bij het stoplicht moest je misschien wachten. Toen was je snelheid nul. Op het rechte stuk trapte je misschien wel lekker door. Misschien reed je toen wel 20 kilometer per uur. In de bochten reed je misschien weer wat langzamer, net als tegen die grote bult op. Je snelheid verandert steeds. Toch kun je wel iets zeggen over je snelheid. Je kunt namelijk de gemiddelde snelheid berekenen.
Rekenen met snelheid
Snelheid, afstand en tijd hebben heel veel met elkaar te maken. Om een grote afstand af te leggen in een korte tijd heb je een hoge snelheid nodig. De verhouding tussen snelheid, afstand en tijd vind je terug in de formule hieronder.

Hierin is v de snelheid, s de afstand en t de tijd. Om de gemiddelde snelheid uit te rekenen moet je de afstand delen door de tijd.
Rekenen met de formule voor snelheid
Hieronder zie je nog een paar voorbeelden voor het rekenen met de formule voor snelheid.
Begrippen
Bij dit artikel zijn geen bijzondere begrippen.
Opdrachten Niveau 1

Opgave 1
Wat zijn de symbolen van afstand, tijd en snelheid?
Opgave 2
Wat is de formule voor snelheid?
Opgave 3
Vul in. De ___________ van een voorwerp is de verhouding tussen de ________ die het voorwerp aflegt en de __________ die het daarvoor nodig heeft.
Opgave 4
Het symbool voor afstand is de kleine letter s. Het symbool voor seconde is ook de kleine letter s. Waarom kun je toch nooit in de war raken met deze twee symbolen?
Opgave 5
Neem de onderstaande tabel over in je schrift en vul hem verder in.
grootheid |
symbool |
eenheid |
symbool |
afstand |
... |
... |
... |
tijd |
... |
... uur |
s ... |
snelheid |
... |
... meter per seconde |
... ... |
Opgave 6
Zet de volgende stappen in de juiste volgorde.
a - Vul de formule in voor zover je kan.
b - Zoek de gegeven en gevraagde grootheden en schrijf ze onder elkaar op.
c - Reken de uitkomst eventueel om naar de gevraagde eenheid.
d - Reken de uitkomst uit.
e - Reken de grootheden eventueel om, totdat de eenheden bij elkaar horen.
f - Schrijf de formule op die je nodig hebt.
Opgave 7
Hieronder zie je een tabel met afstanden, tijden en snelheden. De metingen van elke rij horen bij elkaar maar er mist steeds één waarde. Laat met een volledige berekening zien hoe je aan die waarde komt.
|
afstand |
snelheid |
tijd |
a |
45,36 km |
... km/h |
1,8 h |
b |
... km |
108 km/h |
5,4 h |
c |
155,52 km |
32,4 km/h |
... h |
d |
1008 m |
... m/s |
72 s |
e |
... m |
6 m/s |
906 s |
f |
594 m |
9 m/s |
... s |
Opgave 8
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een snelheid en de gemiddelde snelheid.
Opgave 9
Piet heeft er 6 minuten over gedaan om op school te komen. De afstand van zijn huis naar school is 1,8 km.
a) Hoeveel uur is 6 minuten?
b) Bereken de gemiddelde snelheid van Piet?
Opgave 10
Reken de volgende metingen om. Rond je antwoord waar nodig af op twee decimalen.
Weet je niet meer hoe? Klik op snelheid.
a) 5 km/h = ________ m/s
b) 50 km/h = ________ m/s
c) 19 m/s = ________ km/h
d) 36 m/s = ________ km/h
e) 120 km/h = ________ m/s
f) 80 km/h = ________ m/s
g) 80 m/s = ________ km/h
h) 15 m/s = ________ km/h
Opgave 11
Zet de volgende stappen in de juiste volgorde.
a - Vul de formule in voor zover je kan.
b - Zoek de gegeven en gevraagde grootheden en schrijf ze onder elkaar op.
c - Reken de uitkomst eventueel om naar de gevraagde eenheid.
d - Reken de uitkomst uit.
e - Reken de grootheden eventueel om, totdat de eenheden bij elkaar horen.
f - Schrijf de formule op die je nodig hebt.
Opgave 12
Hieronder zie je een tabel met afstanden, tijden en snelheden. De metingen van elke rij horen bij elkaar maar er mist steeds één waarde. Reken de ontbrekende waarden uit. Doe dit zoals voorgedaan wordt in de uitleg.
a ? km 79,5 km/h 0,75 h
b 95,6 m ? m/s 3,45 s
c 145,4 km 89,6 km/h ? h
d ? km 53,2 km/h &n bsp; 42 min
e 55,4 m ? m/s 0,2 h
f 123,8 km 13 m/s ? h
g ? m 120 km/h 3 s
h 77,7 km ? m/s 40 min
Opgave 13
Piet wil met de auto van Amsterdam naar Enschede rijden.
Een auto rijdt gemiddeld 100 km/h als je er lange afstanden via de snelweg mee aflegt.
a) Waarom is de gemiddelde snelheid 100 km/h ook al rij je op de snelweg 120 km/h?
De route van Amsterdam naar Enschede is 161 km lang.
b) Bereken hoeveel hele minuten je erover doet om deze route met de auto af te leggen?
Opdrachten Niveau 2
Opgave 14
Hieronder zie je een tabel met afstanden, tijden en snelheden. De metingen van elke rij horen bij elkaar maar er mist steeds één waarde. Laat met een volledige berekening zien hoe je aan die waarde komt.
|
afstand |
snelheid |
tijd |
a |
2400 m |
4,8 km/h |
... h |
b |
176,4 km |
... km/h |
105 min |
c |
... km |
21 m/s |
1,7 h |
d |
6,6 km |
... m/s |
600 s |
e |
... m |
28 m/s |
1,3 min |
f |
1824 m |
68,4 km/h |
... s |
Opgave 15
Arie heeft een onbekende formule in zijn NaSkboek gevonden. s = ½ a x t². Arie zegt dat de s staat voor seconde. Willem zegt dat het iets anders moet betekenen omdat er in formules alleen grootheden staan.
a) Wie heeft hier gelijk?
b) Wat betekent de kleine letter t in deze formule?
Opgave 16
Hieronder staan een aantal opgaven. Bereken voor elke opgave de gevraagde grootheid. Werk ze volledig uit zoals in de uitleg is voorgedaan.
a) Hoe groot is de (gemiddelde) snelheid van een auto die 75 km aflegt in 1,5 uur?
b) Een fietser rijdt gemiddeld 15 kilometer per uur.
Hoelang doe je dan met de fiets over een afstand van 4 km?
c) Tijdens een noodstop is de gemiddelde snelheid van een trein 17 meter per seconde.
Deze trein heeft 34 seconden nodig om tot stilstand te komen.
Hoeveel afstand heeft deze trein dan afgelegd?
Opgave 17
Hieronder staan een aantal opgaven. Bereken voor elke opgave de gevraagde grootheid. Werk ze volledig uit zoals in de uitleg is voorgedaan.
a) Hoeveel uur heb je nodig om 2400 meter af te leggen met een constante snelheid van 4,8 km/h?
b) Een voertuig legt 176,4 kilometer af in 105 minuten.
Bereken de gemiddelde snelheid van dit voertuig in kilometer per uur.
c) Een auto beweegt met 21 meter per seconde.
Hoeveel kilometer legt deze auto met die snelheid af in 1,7 uur?
d) Je wilt 6,6 kilometer afleggen in niet meer dan 600 seconden.
Hoeveel kilometer per uur moet je dan minimaal bewegen?
e) Een voertuig beweegt met 28 m/s.
Hoeveel afstand kan dit voertuig met deze snelheid afleggen in 1,3 minuten?
f) Hoelang seconden heeft een vrachtwagen nodig om 1824 meter af te leggen als het 68,4 km/h rijdt?
Samenvatting
-
Je kunt uitleggen wat de begrippen afstand, snelheid en tijd betekenen.
Kijk hiervoor bij de onderdelen afstand, snelheid en tijd.
-
Je kunt uitleggen wat we bedoelen met de gemiddelde snelheid.
Een voertuig heeft tijdens een normale rit niet steeds dezelfde snelheid. De snelheid verandert steeds. Er is een snelheid waarmee je dezelfde afstand in dezelfde tijd kunt afleggen. Deze snelheid noemen we de gemiddelde snelheid.
-
Je kent de symbolen voor de grootheden afstand, snelheid en tijd en hun eenheden uit het hoofd.
grootheid |
symbool |
eenheid |
symbool |
afstand |
s |
meter |
m |
tijd |
t |
uur seconde |
h s |
snelheid |
v |
kilometer per uur meter per seconde |
km/h m/s |
-
Je kunt de formule voor snelheid uit het hoofd noemen.
In woorden: snelheid = afstand / tijd
In symbolen: v = s / t
-
Je kunt rekenen met de formule voor snelheid.
1 - Zoek in de opgave naar de gegeven grootheden. Zoek ook de grootheid die je moet uitrekenen.
Schrijf ze onder elkaar op met symbolen en eenheden.
2 - Reken de grootheden eventueel om, totdat de eenheden bij elkaar horen.
3 - Schrijf de formule op die je nodig hebt.
4 - Schrijf de formule nogmaals op maar vervang nu de bekende symbolen met de getallen.
5 - Reken de uitkomst uit.
6 - Reken de uitkomst eventueel om naar de gevraagde eenheid.
Links & downloads
Gemiddelde Snelheid

(2m06)
Speedtrap Experiment

(3m41)