Een website met tools voor de Nauurkunde docent. Op deze website vindt u leerdoelen, uitleg, begrippen, oefeningen, uitwerkingen en practica bij alle onderdelen van de examenstof.

.

infodocenten

docent-account aanvragen
prijsinformatie

  • i-NaSk
  • Begrippen
  • Practica
  • Contact
  • Leerdoelen

Artikelen

❷ Krachten Tekenen

  • E-mailadres

Voorkennis

Voorkennis

Voordat je dit artikel bestudeert, zorg ervoor dat je de volgende kennis beheerst.

  • De Krachtmeter

Leerdoelen

Leerdoelen

  • Je kunt in een tekening het aangrijpingspunt van een genoemde kracht aanwijzen.

  • Je kunt met een krachtenschaal de lengte bepalen die hoort bij een gegeven kracht in newton .

  • Je kunt in een afbeelding een genoemde kracht tekenen als een vector.

Uitleg

Uitleg

Om opgaven te kunnen maken, begrijpen en beantwoorden moeten we krachten zichtbaar maken. We doen dit vaak in tekeningen. Een kracht heeft niet alleen een waarde in newton , maar ook een richting. Daarom tekenen we een kracht als een pijl. We noemen zo'n pijl een vector (afbeelding 1). Een vector heeft drie eigenschappen. De lengte van de vector geeft de grootte van de kracht aan. De richting van de vector geeft de richting van de kracht aan. Het aangrijpingspunt geeft aan op welk punt de kracht precies werkt.

Een Vector

 

Krachtenschaal
Van een pijl kun je de lengte meten in bijvoorbeeld centimeters. Hiermee weet je nog niet hoe groot de kracht is. Daarvoor moet er een krachtenschaal bij.

De Krachtenschaal

Een krachtenschaal geeft de verhouding aan tussen de lengte van de pijl en de kracht die hij voorstelt. Het ≙ teken betekent 'komt overeen met'. In de afbeelding hierboven stelt elke centimeter 5 newton voor. Een pijl van 4 centimeter stelt dan 4 x 5 = 20 newton voor.

 

Aangrijpingspunt
Het aangrijpingspunt is de plek waar de kracht werkt. In de afbeelding hieronder zie je twee voorwerpen die een kracht op elkaar uitoefenen. In zo'n geval teken je het aangrijpingspunt in het midden van het gebied waar de twee voorwerpen elkaar raken. De hand van het mannetje raakt de kast. Je tekent het aangrijpingspunt in het midden van zijn hand.

Waar teken je het Aangrijpingspunt

Instructievideo

Instructievideo

directe link

Begrippen

Begrippen

  • aangrijpingspunt
    De plek waar de kracht werkt. Bij zwaartekracht is dit het zwaartepunt, anders het midden van het grensvlak tussen twee voorwerpen.

  • krachtenschaal
    Een verhouding tussen lengte van een vector en de grootte van de kracht in een tekening. Let op, elke tekening kan een andere krachtenschaal hebben.

  • vector
    Pijl waarmee we een kracht tekenen. Zo'n pijl heeft een aangrijpingspunt , lengte en richting.

Opdrachten Niveau 1

Opdrachten Niveau 1

Opgave 1
Hieronder zie je een vector. Een vector heeft drie eigenschappen.
Geef de namen van de eigenschappen a,b en c.

VR Vector Onderdelen

 

Opgave 2
Vul in.
Krachten tekenen we met een ____________ . Die ziet eruit als een pijl. Het begin van de pijl noemen we het ______________ . Dit is de plek waar de kracht werkt. De lengte van de pijl stelt de hoeveelheid ______________ voor. Die kun je bepalen met een __________ .

 

Opgave 3  (knipblad)
Hieronder is een aantal vectoren getekend, elk met een krachtenschaal erbij. Bepaal hoe groot de kracht is van elke vector.

VR Vector tot Kracht

 

Opgave 4 (knipblad)
Hieronder zie je foto van een man die vuur probeert te maken. Hiervoor heeft hij een boog om een stokje gewonden. Daarna beweegt hij de boog heen en weer. Hierdoor gaat het stokje heel snel ronddraaien. De wrijving op de plankje eronder zorgt voor zoveel warmte dat het plankje begint te branden.

VR Vuurmaken

Daarin gaan we de volgende krachten tekenen:

  • De duwkracht van 20 newton die de man met zijn hand zet op het stokje.
  • De trekkracht van 25 newton die de man met zijn hand zet op de boog.
  • De spankracht van 15 newton die het touw zet op de rechterkant van de boog.
  • De duwkracht van 20 newton die de stok zet op het hout eronder.

a) De krachtenschaal is 1cm ≙ 10 N.
    Bepaal voor elke kracht hoe lang zijn vector moet worden. (dus nog niet tekenen)
    duwkracht ≙ ____________ cm
    trekkracht ≙ ____________ cm
    spankracht ≙ ____________ cm
    stokkracht ≙ ____________ cm

b) Teken het aangrijpingspunt van elke kracht in de foto.
c) Teken nu een vector voor elke kracht.

 

Opgave 5 (knipblad)
Hierondenr zie je een plaatje van een boogschieter.

VR Boogschutter

Teken hierin vectoren van de volgende krachten.
a)  spierkracht, van hand op boog. (240 N)
b)  spankracht, van touw op bovenkant boog. (570 N)
c)  spierkracht, van hand op touw. (240 N)
d)  trekkracht, van onderkant boog op touw. (570 N)
e)  zwaartekracht, van aarde op man. (680 N)

 

Opgave 6 (knipblad)
Hieronder zie je een plaatje van een man met een kruiwagen.

VR Kruiwagen

Teken hierin de vectoren van de volgende krachten.
a) spierkracht, van linkerhand op handvat. (32 N)
b) spierkracht, van rechterhand op handvat. (32 N)
c) zwaartekracht, op het hout. (200 N)
d) duwkracht, van het wiel op de grond. (140 N)

 

Opgave 7 (knipblad)
Hieronder is een aantal vectoren getekend, elk met een kracht erbij. Bepaal de krachtenschaal bij elke vector.

VR Kracht tot Schaal

Opdrachten Niveau 2

Opdrachten Niveau 2

Opgave 8 (knipblad)
Hiernaast zie je een plaatje van een mannetje dat gewichten heft.
In dit plaatje ga je de spierkracht tekenen die het mannetje zet op de gewichten die hij optilt.
Op elke gewicht zet hij een kracht van 100 N.
a) Zoek in het plaatje de krachtenschaal op.
    Bereken voor de lengte die elke vector moet krijgen en schrijf deze op.
b) Teken de aangrijpingspunten in het plaatje.
c) Teken nu de vectoren in de juiste richting en met de juiste lengte.
d) Zet bij de vectoren het juiste symbool.

 

Opgave 9 (knipblad)
Hiernaast zie je een plaatje van een meneer.
In dit plaatje ga je de volgende krachten tekenen.
- De spierkrachtkracht van 200 N die de meneer met zijn handen zet op de doos.
- Het gewicht van 600 N dat de meneer met zijn voeten op de grond zet.
- De zwaartekracht van 200 N die werkt op de doos.
a) Zoek in het plaatje de krachtenschaal op.
    Bereken voor elke kracht de lengte van de vector en schrijf ze op.
b) Teken voor elke kracht het aangrijpingspunt in het plaatje.
c) Teken nu voor elke kracht de vector in de juiste richting en met de juiste lengte.
d) Schrijf het juiste symbool bij de krachten die je hebt getekend.

 

Opgave 10 (knipblad)
Hiernaast zie je een plaatje van een uithangbord.
In dit plaatje ga je de volgende krachten tekenen.
- De zwaartekracht van 150 N op het bord.
- De spankracht van 75 N in het linker touw dat het bord omhoog houd.
- Het gewicht van 75 N dat het bord uitoefent op rechtertouw.
a) Zoek in het plaatje de krachtenschaal op.
    Bereken voor elke kracht de lengte van de vector en schrijf ze op.
b) Teken voor elke kracht het aangrijpingspunt in het plaatje.
c) Teken nu voor elke kracht de vector in de juiste richting en met de juiste lengte.
d) Schrijf het juiste symbool bij de krachten die je hebt getekend.

 

Opgave 11 (knipblad)
Hiernaast zie je een plaatje van een vrouw die fietst.
a) Teken in dit plaatje de volgende krachten
- De spierkracht van 100 N die de vrouw zet op de pedalen.
- De windkracht van 150 N die de vrouw naar achteren blaast.
- De kracht van 200 N die het wiel zet op de grond om vooruit te komen.
b) Benoem de vectoren die je hebt getekend.

 

Opgave 12 (knipblad)
Hiernaast zie je een plaatje van een bergbeklimmer.
a) Teken in dit plaatje de volgende krachten
- De zwaartekracht van 675 N op de man.
- De spierkracht van 330 N die de man met zijn linkervoet op de berg zet.
- De kracht van 525 N die de berg zet op de hand van de man.
b) Benoem de vectoren die je hebt getekend.

Samenvatting

Samenvatting

  • Je kunt in een tekening het aangrijpingspunt van een genoemde kracht aanwijzen.
    Praktische vaardigheid: Het aangrijpingspunt zit bijna altijd in het midden van het grensvlak tussen twee voorwerpen . Alleen bij zwaartekracht ligt het aangrijpingspunt vaak in het midden van het voorwerp.

  • Je kunt met een krachtenschaal de lengte bepalen die hoort bij een gegeven kracht in newton .
    Praktische vaardigheid: maak van de kracht en de lengte een verhoudingstabel . Zet daarin de verhouding en je gegeven. Reken vervolgens de gevraagde uit.

  • Je kunt in een afbeelding een genoemde kracht tekenen als een vector.
    Praktische vaardigheid:
    1. Bepaal waar het aangrijpingspunt van de kracht zit.
    2. Bepaal de richting van de kracht .
    3. Zoek op of er bij je tekening een krachtenschaal wordt gegeven. Zo niet bedenk dan zelf een krachtenschaal . Zorg dat je getekende kracht niet te groot of te klein wordt.
    4. Bereken de lengte van de kracht die je gaat tekenen.
    5. Teken de kracht.

Links & downloads

  • Vorige
  • Volgende

Aanmelden

  • Wachtwoord vergeten?
  • Gebruikersnaam vergeten?

docentenaccount1

Algemeen

  • ❷ Grootheid & Eenheid
  • ❷ G.G.F.I.B.A.C.
  • ❸ Uitgebreide Metriek
  • ❸ Formules Ombouwen
  • ❸ Wetenschapp. Notatie
  • ❷ Grafieken Tekenen
  • ❸ Verslagen Maken
  • ❷ Glaswerk
  • ❷ De Brander
  • ❷ Voedingsapparaat
  • ❸ De Spanningsmeter
  • ❷ De Stroommeter
  • ❸ De Multimeter

Licht & Beeld

  • ❷ Licht Zien
  • ❷ Voorwerpen Zien
  • ❷ Lichtbundels
  • ❷ Kleuren Licht
  • ❷ Voorwerpen met Kleur
  • ❸ Gekleurd Licht
  • ❸ Licht En Straling
  • ❷ Enkele Schaduw
  • ❷ Dubbele Schaduw
  • ❸ Zonsverduistering
  • ❸ Evenwijdig Licht
  • ❷ De Spiegelwet
  • ❷ Spiegelbeelden
  • ❸ Kijken Met Spiegels
  • ❸ Lichtbreking
  • ❸ Lenzen
  • ❸ Beeld Van Lenzen
  • ❸ Vergroting (N)
  • ❸ Oogafwijkingen

Beweging

  • ❷ Afstand (s)
  • ❷ Tijd (t)
  • ❷ Snelheid (v)
  • ❷ Snelheid (Formule)
  • ❷ v,t-Diagrammen
  • ❷ Soorten Beweging
  • ❸ s,t-Diagrammen
  • ❸ Reactietijd
  • ❸ Reactieafstand
  • ❸ Remweg
  • ❸ Stopafstand
  • ❸ Traagheid
  • ❹ Versnelling (a)

Krachten

  • z - Krachten tekenen
  • ❷ Kracht (F)
  • ❷ De Krachtmeter
  • ❷ Krachten Tekenen
  • ❷ Nettokracht
  • ❹ Kracht & Versnelling
  • ❸ Kopstaartmethode
  • ❹ Kracht Ontbinden
  • ❷ Massa Of Gewicht?
  • ❷ Zwaartekracht
  • ❷ Massamiddelpunt
  • ❸ Hefboomwet
  • ❸ Katrollen En Takels
  • ❹ Momentenwet
  • ❸ Oppervlakte (A)
  • ❸ Druk (p)

Geluid

  • ❷ Geluid Ontvangen
  • ❷ Geluidsbronnen
  • ❷ Geluid Kenmerken
  • ❷ Snaren
  • ❷ Een Trilling
  • ❸ Trillingstijd (T)
  • ❷ Frequentie (f)
  • ❸ Frequentie (Form.)
  • ❷ Frequentiebereik
  • ❷ Geluidssnelheid
  • ❸ Echo
  • ❷ Geluidssterkte
  • ❸ Amplitude
  • ❷ Geluidsoverlast
  • ❷ Gehoorschade
  • ❸ Elektrisch Geluid
  • ❸ Oscilloscoop

Materialen

  • ❷ stoffen en veiligheid
  • ❷ massa en volume
  • ❷ volume berekenen
  • ❷ dichtheid
  • ❷ drie fasen
  • ❷ temperatuur meten
  • ❷ kook- en smeltpunt
  • ❸ luchtdruk meten
  • ❸ absolute temperatuur
  • ❷ Het Molecuulmodel
  • ❷ Uitzetting
  • ❸ Soorten Materialen
  • ❸ Afval Scheiding
  • ❸ Zinken en Drijven

Elektriciteit

  • ❷ Spanning (U)
  • ❸ Wisselspanning
  • ❹ Spanning In Schakelingen
  • ❷ Geleiders En Isolatoren
  • ❷ De Stroomkring
  • ❷ Stroomsterkte (I)
  • ❷ Schakelingen Tekenen
  • ❷ Serie En Parallel
  • ❷ Stroom In Schakelingen
  • ❸ De Huisinstallatie
  • ❷ Kortsluiting
  • ❷ Overbelasting
  • ❷ Zekeringen
  • ❸ Dubbele Isolatie
  • ❸ De Aardlekschakelaar
  • ❷ Vermogen (P)
  • ❸ Vermogen (Formule)
  • ❷ Elektrische Energie
  • ❸ Elektr. Energie (Formule)
  • ❹ Capaciteit (C)

Schakelingen

  • ❸ Magneten
  • ❸ De Spoel
  • ❸ De Generator
  • ❷ Weerstand (R)
  • ❸ De Schuifweerstand
  • ❷ De Wet Van Ohm

Energie & Straling

  • ❸ Brandstoffen en Warmte
  • ❸ Warmtetransport
  • ❸ Warmte Isoleren
  • ❸ Rendement (η)
CSS Valid | XHTML Valid | Top
Copyright © JHB Pastoor 2023 All rights reserved.
i-NaSk