Opgaven
Opgave 1
Zet de volgende situaties in volgorde, begin met de koudste en eindig met de warmste.
melk in de koelkast, water koken, ijs in de vriezer, in de zomer op het terras, ijzer smelten
Opgave 2
Op 23 augustus 1944 werd de hoogste temperatuur ooit gemeten in Nederland. Het was toen in Warnsveld 38,6 graden Celsius.
a) Wat is in de zin hierboven de grootheid?
b) Wat is in de zin hierboven de eenheid?
Opgave 3
Deze paragraaf gaat over de grootheid temperatuur.
a) Wat is het symbool voor temperatuur?
b) Wat is het symbool van graden Celsius?
Opgave 4
Hieronder zie je een thermometer.

a) Hoe heet deze soort thermometer?
b) Hoe heten de onderdelen die worden aangegeven in het plaatje?
Opgave 5
Hieronder zie je een aantal thermometers afgebeeld. Welke temperatuur geven de thermometers aan?

Opgave 6
Peter wil de temperatuur van een vlam van de brander meten. De temperatuur van deze vlam is ongeveer 400 graden Celsius. Hij wil dit meten met de thermometer hieronder.

a) Leg uit waarom Peter deze thermometer niet kan gebruiken.
b) Leg uit wat er zou gebeuren als Peter toch deze thermometer gebruikt om de temperatuur van de vlam te meten.
3e klas
------------
Opgave 7
Vul in. Om de temperatuur te meten zijn er verschillende soorten _____________ . De ________________ werkt omdat vloeistof door warmte ______________ . Een andere soort thermometer is de _____________ thermometer.
Opgave 8
In sommige thermometers worden bimetalen gebruikt. Leg in je eigen woorden uit wat een bimetaal is.
Opgave 9
Hieronder zie je een vloeistof thermometer.

a) Benoem de aangegeven onderdelen.
Als de temperatuur stijgt, gaat de vloeistof in de thermometer omhoog.
b) Leg uit waarom de vloeistof in de thermometer omhoog gaat.
Opgave 10
Om een schaalverdeling in graden Celsius te maken op een thermometer moet je vier stappen doorlopen. Schrijf deze stappen in de juiste volgorde op.
Opgave 11
Loes wil een thermometer ijken. Ze heeft de plaatsen van de 0 en 100 graden Celsius al gevonden. De afstand tussen die twee punten is precies 12 centimeter. Teken in je schrift een lijn van 12 centimeter en maak de schaalverdeling af. Let op dat je aan beide uiteinden van de lijn 2 centimeter ruimte open laat.
Opgave 12
Loes heeft een goedkope thermometer gekocht. Ze wil weten of deze thermometer wel goed is gemaakt door de fabrikant. Ze gaat daarom de schaalverdeling controleren.
a) Wat moet Loes doen om de schaalverdeling te controleren?
Loes zet de thermometer in een bekertje met ijswater. Ze leest eerst 15 °C af. Een tijdje later blijft de thermometer staan op 6 °C.
b) Leg uit dat de eerste meting van 15 °C niet meteen betekent dat de schaalverdeling niet goed is.
c) Leg uit dat de tweede meting van 6 °C wel betekent dat de schaalverdeling niet goed is.
Opgave 13
Hieronder zie vijf keer dezelfde thermometer die door vijf verschillende mensen is geijkt.

Geef voor elke schaalverdeling aan of hij goed of fout is. Licht je antwoord toe.
Opgave 14
Leg in je eigen woorden uit wat het begrip 'ijken' betekent.
Opgave 15
Hans komt thuis na een lange fietstocht. Buiten is het -13 °C. Hans wil zijn koude handen warm maken onder de kraan. Hans gebruikt de koude kraan.
a) Waarom zal de koude kraan toch warm aanvoelen voor de handen van Hans?
b) Waarom gebruikt Hans niet de warme kraan?
Opgave 16
Hieronder zie je een deel van een schrift met daarin drie lijnen.

a) Neem deze lijnen exact over in je eigen schrift.
Elke lijn stelt het begin van een schaalverdeling voor. Er zijn twee streepjes gezet op het nulpunt en honderdpunt.
b) Maak elke schaalverdeling verder af met streepjes voor de getallen -10 t/m 110.